Door het kortsluiten van de pinnen JP2 met een jumper kan de sabotage schakelaar van de I/O module
overbrugd worden. Bij 'normaal' gebruik wordt dit afgeraden. Er volgt dan immers geen sabotage alarm
meer bij het openen van de kast.
Let op: Bij de aansluiting van de RS-485 bus is de +12V de uitgaande voedingsspanning van de I/O module
NG! De I/O module NG is voorzien van een gescheiden binnenkomende RS-485 connector (met maar 3
klemmen) en een uitgaande RS-485 connector (met 4 klemmen). Op de binnenkomende RS-485 connector
wordt geen +12V aangesloten, maar alleen een OV, een A- en een B-draad.
Let op: de adresinstelling van een I/O module NG is identiek aan die van de overige uitbreidingsmodules.
Alleen een bedieningspaneel heeft een afwijkende instelling, zie appendix A
"adres instellingen".
(blz. 105)
Wireless interface (draadloze detectoren)
Een wireless interface is de koppeling tussen draadloze detectoren en de RS-485 bus van de AlphaVision
NG. De centrale "ziet" hierbij niet of de zones van de module bedrade detectoren of draadloze ingeleerde
detectoren zijn.
Een wireless interface wordt aangesloten en gevoed via de RS-485 bus. Stel de wireless interface in op een
vrij adres, zie appendix B
"adres instellingen uitbreidingsmodules". Adres instellingen voor de
(blz.106)
wireless interface zijn identiek aan die van bedrade modules. De eerste 4 schakelaars van de dipswitch op de
wireless interface worden gebruikt voor de adresinstelling.
Tekening 11: Aansluitschema Wireless Interface (draadloze Input module)
De wireless interface wordt door de centrale gezien als een normale uitbreidingsmodule op de bus, maar is
geschikt voor de ontvangst van maximaal 8 PowerCode 868MHz draadloze componenten (draadloze PIR
detectors, magneetcontacten, handzenders, rookdetectoren etcetera). De wireless interface is niet geschikt
voor CodeSecure zenders.
De eerste 4 schakelaars op de dipswitch hebben een dubbele functie en worden toegepast voor adres
instelling op de bus bij normaal gebruik. Bij inlezen van draadloze componenten worden de eerste 4
schakelaars gebruikt om de juiste ingang 1-8 te selecteren. Wanneer alle draadloze componenten zijn
ingelezen, moeten de dipswitches 1-4 teruggezet worden naar de adres instelling voor de RS-485 bus.
Installateurshandleiding AlphaVision NG
Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 20/112