Inhoudsopgave
Advertenties
gedefinieerde stand, dan reageert de centrale daar niet op. Alleen wanneer de ingang van de ene goede stand
naar de andere goede stand geschakeld wordt, kan de centrale schakelen.
Wanneer aan een sleutel-zone meer dan één sectie gekoppeld wordt, dan worden de gekoppelde secties met
deze sleutel altijd tegelijkertijd geschakeld.
Wanneer tijdens het schakelen met een sleutelschakelaar directe zones openstaan, dan wordt getracht om
deze zones automatisch te blokkeren. Kunnen deze zones niet geblokkeerd worden, dan wordt de
inschakeling niet uitgevoerd. Om deze situatie zichtbaar te maken, dient in de slotbehuizing van de
sleutelschakelaar een AAN/UIT LED gemonteerd te worden, zodat de gebruiker kan zien, dat de
inschakeling niet uitgevoerd is! Openstaande vertraagde of follower zones worden niet overbrugd; deze
mogen immers openstaan op het moment van inschakelen.
Om te voorkomen dat onbedoeld zones geblokkeerd worden, zijn standaard alle zones zo ingesteld, dat ze
niet overbrugd kunnen worden, zie kolom "Blk". Bij gebruik van het SIA of SIA-HS protocol wordt iedere
blokkering van zones afzonderlijk doorgemeld.
Een sleutelschakelaaringang kan ook geblokkeerd worden. Wanneer dit gebeurt en de bijbehorende sekties
worden met een bedieningspaneel ingeschakeld, dan is de sleutelschakelaar buiten bedrijf, totdat met behulp
van het bedieningspaneel de sekties weer uitgeschakeld zijn.
Wanneer de zone type op 7 (directe kiezer ingang) ingesteld wordt, zal de AlphaVision NG voor deze
zones zich gedragen als een kiezer en zal ongeacht de status (in- of uitgeschakeld) van het systeem een
melding versturen indien de ingang wordt geactiveerd. Wanneer de ingang weer in rust komt zal een
herstelmelding verstuurd worden. Op deze manier kan de AlphaVision NG ook gebruikt worden als een
kiezer met maximaal 96 ingangen, waarbij iedere ingang te voorzien is van een aparte vrije zone benaming.
Activeren van een direct kiezeringang wordt niet zichtbaar gemaakt op het LCD display van een
bedieningspaneel maar wordt wel opgeslagen in het historisch overzicht van de centrale.
Wanneer het zonetype op 0 geprogrammeerd wordt, betekent dit "niet actief". De betreffende ingang hoeft
dan niet met een weerstand afgesloten te worden, maar wordt door de centrale volledig genegeerd. Type 0 is
bedoeld om niet-gebruikte zones mee aan te geven. Indien een zone als type 0 geprogrammeerd wordt, is het
noodzakelijk om een "x" in te vullen bij blokkeren. In dit geval mag een gebruiker de zone niet kunnen
blokkeren.
Een zone moet ingesteld worden als direct, vertraagd of 24-uurs zone, dus één van deze drie mogelijkheden.
UITZONDERING: een zone mag ingesteld worden als zowel direct als vertraagd. In dat geval werkt de
zone als follower. Een follower zone heeft bij inschakelen van de sectie altijd een vertragingstijd, namelijk
de bij de follower geprogrammeerde uitlooptijd. Een follower heeft alleen dan een inloopvertraging, als eerst
een "gewone" vertraagde zone geactiveerd is.
Normaal gesproken zullen de meeste zones als NC (normally closed) gebruikt worden. Door de selectie van
normally closed te verwijderen wordt de zone ingesteld als normally open. Hierbij wordt verondersteld dat
het alarm contact van de detector in rusttoestand geopend is. Het gebruik van normally open is tevens
mogelijk in combinatie met EOL. Wanneer een zone als vaste-stand sleutelschakelaar is geprogrammeerd,
dan bepaalt de programmering normally open/closed wat de UIT-stand en wat de IN-stand van de
sleutelschakelaar is.
Zones kunnen gebruikt worden volgens het EOL (end-of-line) principe
. Hierbij vindt er een controle
(blz.8)
plaats of de kabel tussen de centrale en de detector nog intact is (zie Aansluiten ingangen). Alle zones die
behoren tot een draadloze input module dienen altijd geprogrammeerd te worden als EOL type!
Let op: zowel normally open/closed als het EOL principe is dus per zone in te stellen!
Installateurshandleiding AlphaVision NG
Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 42/112
Advertenties
Inhoudsopgave
