5
|
Over het systeem
5.2.2 Bodemplaatverwarming
Uitgebreide handleiding voor de installateur
26
INFORMATIE
Voor meer informatie over glycol en vorstbeveiligingskleppen, zie
watercircuit tegen vorst
Om bevriezing van de bodemplaat te voorkomen, kunt u de optionele
bodemplaatverwarming installeren. In bepaalde omstandigheden is dit vereist.
Bodemplaatverwarming (EKBPHT04JH)
▪
Zorgt ervoor dat de bodemplaat niet bevriest.
▪
Vereist in gebieden met een omgevingstemperatuur <–5°C en een hoge relatieve
vochtigheid gedurende minstens 3 opeenvolgende dagen.
▪
Voor
de
installatie-instructies,
bodemplaatverwarming.
OPMERKING
▪
Als u de bodemplaatverwarming installeert, kunt u het werkingsgebied van de
warmtepomp verlagen tot Ta≥–14°C met behulp van de lokale instelling [8-0E]=–
14°C.
▪
Als u de bodemplaatverwarming niet installeert, behoud dan [8-0E]=–5°C.
4
beschermen" [
87].
zie
de
installatiehandleiding
"9.6.5 Het
van
de
EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1B – 2020.02