7
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
7.3.1 Een enkele kamer
Vloerverwarming of radiatoren – Kamerthermostaat met draad
Uitgebreide handleiding voor de installateur
48
Omdat het systeem de mogelijkheid biedt om de temperatuur in elke kamer zeer
soepel te regelen, is het nodig dat u eerst de volgende vragen beantwoordt:
▪
Hoeveel kamers worden er verwarmd door het warmtepompsysteem?
▪
Welke soorten warmteafgevers gebruikt u in elke kamer en hoeveel bedraagt
hun aanvoertemperatuur waarvoor zij ontworpen werden?
Eens de vereisten inzake ruimteverwarming duidelijk zijn, adviseert Daikin
onderstaande in/opstellingsrichtlijnen te volgen.
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt, zal de uitwendige
kamerthermostaat de vorstbescherming kamer bedienen. De vorstbescherming
kamer is echter alleen mogelijk als de regeling van de aanvoerwatertemperatuur op
de gebruikersinterface van de unit AAN is.
INFORMATIE
Wanneer een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt en Vorstbescherming
kamer dient in alle omstandigheden gegarandeerd te zijn, dan moet u de
automatische noodstop [A.6.C] op 1 zetten.
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Gebruikersinterface die als kamerthermostaat gebruikt wordt
▪
De buitenunit is parallel verbonden met de gasboiler.
▪
Het circuit bevat een externe pomp.
▪
De vloerverwarming van de primaire kamer is via 2 terugslagkleppen op de
buitenunit en de gasboiler aangesloten.
▪
De kamertemperatuur wordt geregeld door de gebruikersinterface, die als
kamerthermostaat gebruikt wordt.
A
B
a
EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1B – 2020.02