5.9 - Opstartsnelheid
De opstartsnelheidsregeling vertraagt de snelheid waarmee de
compressor opstart. Deze regeling kan voorkomen dat de compressor
opstart tijdens de korte periode dat de koelmachine wordt gestart
en de gekoelwaterkringloop moet worden gereduceerd tot het
REGELPUNT (setpunttabel). Dit helpt met het verminderen van
de elektrische vraag door geleidelijk het gekoeld water naar het
REGELPUNT te brengen. Het totale stroomverbruik in deze
periode blijft vrijwel gelijk.
Er zijn twee manieren voor capaciteitsopbouw:
Opstartsnelheid temperatuur beperkt de mate waarin de geregelde
watertemperatuur afneemt voor koeling en toeneemt voor
verwarming tijdens de capaciteitsopbouw door het koelbedrijf te
reduceren en de verwarming te verhogen in het uitklapsetpunt
(onderhoudsmenu - capaciteit) naar de geconfigureerde snelheid
totdat het uitklapsetpunt lager is dan regelpunt voor koelmodus of
hoger dan regelpunt voor verwarmingsmodus
Het opstarttype wordt geconfigureerd naar 0 voor
temperatuurschommelingen.
Motorlast opstartsnelheid beperkt de mate waarin het percentage
laststroom of motorpercentage kilowatt toeneemt door de
opstartvraagbeperking te laten toenemen naar het geconfigureerde
snelheid.
Het opstarttype wordt geconfigureerd naar 1 voor opstartsnelheden.
UITKLAPPEN OPSTARTTYPE (configuratiemenu – algemene
configuratie) wordt geconfigureerd naar 1 en dan bepaalt de motorlast
de opstartsnelheid. Als BRON CAPACITEITSBEGRENZING
(configuratiemenu – algemene configuratie) is ingesteld op AMP, dan
wordt het PERCENTAGE LASTSTROOM gebruikt als motorlast.
Als BRON CAPACITEITSBEGRENZING is ingesteld op kW, dan
wordt het MOTORPERCENTAGE KILOWATT gebruikt als
motorlast
Het algoritme van de motorlastopstart wordt gedeactiveerd als de
startvraagbeperking hoger is dan of gelijk is aan de ACTIEVE
CAPACITEITSBEGRENZING (algemene parameters). Het wordt
ook gedeactiveerd als de opstartcapaciteitsbegrenzing hoger is dan
of gelijk is aan 80%. Er is een vertraging van een minuut zodat de
compressor kan opladen tot de doellast nadat de capaciteitsbegrenzing
van de opstartlast is ingesteld op 80%.
Als er meer dan 3 uur geen stroom is geweest, dan zal de
temperatuuropstartsnelheid worden gebruikt, ongeacht de
gebruikersconfiguratie. En de minimum laadsnelheid (1^F/min)
wordt dan gebruikt.
5.10 - Regeling overspanningscorrectie
Er zijn twee stadia voor overspanningscorrectie, regeling
overspanningspreventie en regeling overspanningsbescherming.
Stijging is omschreven als het verschil tussen de verzadigde
temperatuur op het waaieroog en op de waaieruitlaat. De maximum
stijging die een bepaalde waaier kan uitvoeren varieert met de
gasstroom door de waaier en de afmeting van het wiel.
Overspanning doet zich voor wanneer de stijging zo hoog wordt dat
de gasstroom door de waaier omkeert. Dit kan op den duur schade
aan de compressor veroorzaken. Het algoritme van de omgevingsregeling
laat de gebruiker weten dat bedrijfscondities van de koelmachine
marginaal zijn en dat hij actie moet ondernemen om te voorkomen
dat de compressor schade oploopt, zoals een verlaging van de
waterintredetemperatuur van de condensor.
24
Een hoog geluid doet zich voor bij een lage positie van de
geleideschoep, de omgevingsregelklep kan worden gebruikt om het
geluidsniveau te verlagen door deze klep te openen in een lage positie
van de geleideschoep. Om deze functie in te schakelen, moeten we
de "hoge-efficiëntiemodus" omzetten naar "uit" in de CFGSURGE-
tabel. De standaard is het lagegeluidstype (dit type is alleen geldig
voor 19XR6&7)
5.10.1 - Regeling overspanningscorrectie
Het regelalgoritme voor de overspanningscorrectie wordt door de
gebruiker geconfigureerd en kan bepalen of een stijging te hoog is
voor de compressor en kan dan corrigerende actie ondernemen.
Als de werkelijke stijging hoger is dan de referentiestijging, wordt een
signaal voor een vermogensverbod verstuurd; als de werkelijke stijging
hoger is dan de referentiestijging plus de overspanningslijn van de
bovenste neutrale zone, wordt een signaal voor een
vermogensvermindering verstuurd; als de werkelijke stijging lager is
dan de referentiestijging minus de overspanningslijn van de laagste
neutrale zone, dan worden beide signalen geannuleerd. De
capaciteitsregeling reageert op deze 2 signalen en corrigeert de VFD-
DOELSNELHEID, de EC-klepaandrijving IGV1 DOELPOSITIE
met de prioriteit van hoog naar laag.
Voordat overspannningsbescherming zich voordoet, als er in de
afgelopen 5 min geen sprake is geweest van overspanningspreventie,
OVERSPANNINGSPROFIEL OFFSET zal met 1 toenemen.
Referentiestijging zal het OVERSPANNINGSPROFIEL OFFSET
verminderen voordat het wordt vergeleken met de werkelijke stijging.
OVERSPANNINGSPROFIEL OFFSET is configureerbaar in de
configuratietabel van de overspanningscorrectie.
5.10.2 - Overspanningsbescherming
Het algoritme van de overspanningsbescherming draait na verstreken
OVERSPANNINGSVERTRAGINGSTIJD als de compressor de
opdracht heeft gekregen om in te schakelen. Het vergelijkt eenmaal
per seconde de huidige PERCENTAGE LASTSTROOM-waarde
met de vorige waarde. Als het verschil de maximum AMP-
wisselwaarde overschrijdt (OVERSPANNING DELTA % AMP. +
(PERCENTAGE LASTSTROOM / 10)), dan heeft zich een
overspanning voorgedaan, en dan wordt een signaal voor
overspanningsbescherming gestuurd.
Als er sprake is geweest van een dergelijke overspanning, dan wordt
de OVERSPANNINGSTELLER verhoogd met een. Als de
capaciteitsregeling een signaal van de overspanningsbescherming
ontvangt, dan zal het een correctie uitvoeren door de VFD-
DOELSNELHEID, EC-klepaandrijving IGV1 DOELPOSITIE te
moduleren met de prioriteit van hoog naar laag.
Als deze correctie niet effectief is, wordt de teller van de
overspanningsbescherming verhoogd met 1 wanneer de IGV-, VFD-
of EC-aandrijving wordt bediend om een correctie uit te voeren.
De geleideschoep is 1 minuut niet in gebruik nadat de
overspanningsbescherming is gestopt.
De koelmachine geeft een alarmstop onder de volgende
voorwaarden:
-
Als TELLER van de OVERSPANNINGSBESCHERMING
hoger is dan 20 binnen een OVERSPANNINGSTIJD en de
VFD-snelheid de maximumsnelheid HEEFT bereikt
-
Als IGV, VFD en EC niet in staat zijn te functioneren als
overspanningsbescherming, als de overspanningsteller hoger
is dan 4.