6.4 - Alarmcodes
6.4.1 - Algemene alarmcodes
Beschrijving van de
Alarmcode*
alarmtekst
Storingen temperatuursensor
Alm-200
ALM-200 storing sensor
- uittrede gekoeldwater
Alm-201
ALM-201 storing
sensor - intrede
gekoeldwater
Alm-202
ALM-202 storing sensor -
uittrede
condensorwatertemp
Alm-203
ALM-203 storing sensor -
intrede
condensorwatertemp
Alm-204
ALM-204 storing sensor -
comp afvoertemp
Alm-205
ALM-205 storing sensor -
oliecartertemp
Alm-206
ALM-206 storing sensor -
olietoevoertemp
Alm-207
ALM-207 storing sensor -
verd koudem temp
Alm-208
ALM-208 storing sensor -
laag toerental
motoreindlagertemp
Alm-209
ALM-209 storing sensor -
lage snelheid comp
eindlagertemp
Alm-210
ALM-210 storing sensor -
hoog toerental
motoreindlagertemp
Alm-211
ALM-211 storing sensor -
hoog toerental comp
eindlagertemp
Alm-212
ALM-212 storing sensor -
comp motorwikkeling 1
temp
Alm-213
ALM-213 storing sensor
- comp motorwikkeling
2temp
Alm-214
ALM-214 storing sensor -
comp motorwikkeling 3
temp
Alm-221
ALM-221 storing sensor
- olietemp druklager
Alm-222
ALM-222 storing sensor
– koudem toevoertemp
lager
Alm-223
ALM-223 storing sensor –
zuiggastemp ontluchting
comp
Alm-228
ALM-214 storing sensor –
normale CHWS-temp
Alm-229
ALM-221 storing sensor –
normale CHWR-temp
Alm-350
ALM-350 storing sensor
- 19DV 1ste lagertemp
Actie ondernomen
Resettype
door de regeling
Automatisch als
Unit wordt stilgelegd
de temperatuur
die de sensor
heeft gemeten
terugkeert naar
normaal
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Als boven
Mogelijke oorzaak
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de temperatuursensor UITTREDE GEKOELDWATER
en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de watersensor intrede gekoeldwater en de IOB-
connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de temperatuursensor UITTREDE CONDENSORWATER
en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de temperatuursensor intrede condensorwater en de
IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de temperatuursensor uittrede compressorpersdruk en
de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de temp sensor oliecarter en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de temp sensor olietoevoer en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de temp sensor verd koudem vloeist en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de temp sensor lagertemp laag toerental motoreinde en
de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de lage snelheid comp eindlagertemp 2 sensor en de
IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de hoog toerental motoreindlagertemp sensor en de
IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de hoog toerental comp eindlagertemp sensor en de
IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de compressormotortemp 1 sensor en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de compressormotortemp 2 sensor en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de compressormotortemp 3 sensor en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de druklagerolietemp sensor en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de koudem toevoertemp lager en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de zuiggastemperatuursensor ontluchting comp en de
IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de normale CHWS-temp sensor en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de normale CHWS-temp sensor en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
Controleer de weerstand van de sensoren.
Controleer de bedrading tussen de 19DV 1ste lagertemp sensor en de IOB-connector.
Controleer of er uitgeschakelde, geaarde of kortgesloten bedrading is.
35