5.20 - Snelle heropstart
Deze functie is ontworpen voor datacenter toepassing, en maakt het
mogelijk dat de koelmachine snel kan worden heropgestart om
tegemoet te komen aan de eisen van de gebouwbelasting.
Om deze functie in te schakelen moet het punt "optie auto herstart"
in de CONF_OPT-tabel worden in gesteld op "INSCHAKELEN" .
De waterdebiet verificatietijd, olie voorsmeertijd en andere
vertragingen worden dienovereenkomstig verkort. Als het
regelsysteem en het oliesysteem zijn uitgerust met een UPS
(uninterrupted power supply, ononderbroken elektrische voeding),
zal de opstarttijd dienovereenkomstig worden verkort.
5.21 - Regeling koeltoren
Als de "optie waterdruk" in de CONF_OPT-tabel is
INGESCHAKELD, dan is er nog een andere optionele hydraulische
regeling I/O-kaart in het PIC 5+ besturingssysteem zodat PIC 5+ de
waterpompen kan besturen en de ventilatoren van de koeltorens
(hoge en lage snelheid).
De ventilatoren van de koeltorens worden geregeld door het
drukverschil tussen de condensor en de verdamper en de intrede
watertemperatuur van de condensor, het doel is om de intrede
condensorwatertemperatuur in het optimale bereik te houden.
5.22 - Condensordrukregelaar
Als het koelmachinesysteem is voorzien van condensordrukregelklep,
en de optie condensordrukklep in de CONF_OPT-tabel is
INGESCHAKELD, dan zal het PIC 5+ besturingssysteem de
opening regelen van de condensordrukklep om het drukverschil
tussen de condensor en de verdamper te handhaven. De uitgang van
deze klep is van het type 4-20mA.
Voordat deze functie wordt gebruikt, zijn de juiste configuraties
nodig. Het zijn drukverschilwaarden voor 20mA en drukverschillen
voor 4mA.
De condensordrukklep moet volledig gesloten zijn als de
koelmachine UIT staat.
5.23 - Optie ijsafzetting
De PIC 5+ regeling voorziet in een optie ijsafzetting die is gebaseerd
op rendementsverbetering.
"optie ijsafzetting" in de CONF_OPT-tabel moet worden
INGESCHAKELD om de ijsafzetting te activeren, en nog twee
andere configureerbare parameters moeten worden geconfigureerd.
IJs_herstarten geeft aan of optie herstarten is ingeschakeld in het
type ijsafzetting of niet.
IJs_term geeft aan hoe de ijsafzetting wordt stopgezet.
Er zijn drie typen, temperatuur, potentiaalvrij contact of
samengevoegde temperatuur en droge magneetschakelaar.
5.24 - Tijdprogrammering
PIC 5+ regeling voorziet in drie tijdschema's, dat zijn:
Lokaal schema, schema ijsafzetting en netwerkschema
Elk schema kent 8 tijdsegmenten, als twee tijdsegmenten elkaar
overlappen, dan heeft het bezette tijdsegment de hoogste prioriteit.
Er zijn 16 vakantietijdsegmenten in het vakantiemenu, en ieder
tijdsegment wordt bepaald door drie parameters, maand, startdatum
en vakantiedagen. De regelaar zit in de afwezigheidsmodus wanneer
vakantie actief is.
PIC 5+ voorziet ook in een zomertijdfunctie. Uitzendmenu, schakel
deze functie in en stel de starttijd en de eindtijd van de zomertijd in.
5.25 - Zwarte doos
De zwarte doos taak slaat voortdurend iedere 5 seconden de
bedrijfsparameters in het geheugen op. Een rapportage van het
alarm koelmachine machinebedrijf zou de regelaar een verzameling
van de bestanden laten aanleggen. Elke verzameling bevat tot wel
180 opnames (15 minuten) die uit 168 opnames bestaan (14 minuten)
van voor het alarm en 12 opnames (1 minuut) van na het alarm. Elke
opname is verbonden aan een tijdstempel. Deze verzamelingen zijn
opgeslagen als csv-bestanden. In totaal kunnen 20 bestanden worden
opgeslagen.
Het zwarte doos bestand kan met behulp van de Carrier S-Service
tool worden geüpload. Zodra de upload voltooid is, worden de
originele bestanden gewist die zijn opgeslagen de regelaar.
5.26 - Kalibratie drukopnemer
Wanneer de kalibratie van de drukopnemer wordt uitgevoerd,
resulteert de ingevoerde waarde in een herberekening van het verval
en begrenzing van de 2 waarden. Vervolgens worden de nieuwe
verval- en begrenzerwaarden gebruikt voor de spanningsratio naar
drukombouwing.
•
Stap 1: Stel KALIBRATIE INSCHAKELEN in voor
een bepaalde drukopnemer
•
Stap 2: Zet de opnemer op atmosfeer en voer 0 PSIG
(0 kPa) in voor KALIB DRUK1
•
Stap 3: Geef de opnemer een bekende druk (100-250
PSI (690-1700 kPa)) via Tool en voer deze druk in voor
KALIB DRUK2
•
Stap 4: Herbereken gekalibreerde verval en begrenzing
5.27 - Kalibratie temperatuursensor
De vier watertemperatuursensors kunnen worden gekalibreerd met
de volgende stappen:
•
Stap 1: Zet de temperatuursensor op 32 °F (0 °C)
Houd iedere temperatuursensor in wateroplossing van 32 °F (0 °C).
•
Stap 2: Lees de ruwe temperatuur van de sensor in het
onderhoudsscherm
Ga naar het onderhoudsscherm, lees de corresponderende ruwe
sensortemp
Bereken de verrekening die moet worden toegepast = 32 - ruwe
sensortemp
29