Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Test Regelaars; Afzonderlijke Uitgangen; Analoge Uitgang; Kalibratie Geleideschoep - Carrier 19 Series Gebruikershandleiding

Regeling voor centrifugaal koelmachine
Inhoudsopgave

Advertenties

Dan wordt het alarm beschermende grens verdamper bevriezing
getoond, de unit zal afsluiten, als de koelmachine zich in het herstart
type bevindt, zal hij omschakelen naar STORING, en blijft de
KOELWATERPOMP ingeschakeld. Het alarm kan worden
vrijgegeven als de verzadigde koudemiddeltemperatuur verdamper,
k o u d e m i d d e l t e m p e r a t u u r v e r d a m p e r , u i t t r e d e
gekoeldwatertemperatuur en intrede gekoeldwatertemperatuur 5^F
(2,8^C) stijgen boven het VERD KOUDEM STORINGSPUNT.
Condensorpompaansturing
De koelmachine houdt de condensordruk in de gaten en kan de
condensorpomp inschakelen
Als de condensordruk groter is dan of gelijk is aan de COND DRUK
GEDW WERKING, en de intrede condensorwatertemperatuur is
lager dan 115 ° F (46,1 ° C), dan zal de condensorpomp worden
bekrachtigd om te proberen de druk te verminderen en waarschuwing
157 wordt dan afgegeven. De pomp schakelt uit als de condensordruk
3,5 psi (24,1 kPa) lager is dan de gedwongen werking druk en de
koudemiddeltemperatuur condensor lager is dan of gelijk is aan de
intrede condensorwatertemperatuur plus 3^ F (1,7^ C).
OPMERKING: COND DRUK GEDWONGEN WERKING
staat in het scherm CONFIGURATIEMENU/ CONFIG
BESCHERMENDE GRENS. De standaard drukwaarde
is 140 psig (965 kPa) voor de 185PSI condensor en 250
psig (1724 kPa) voor de 300PSI condensor; de algemene
waarde is 10 psig (137,9 kPa) voor de 44PSI condensor een
55 psig (379,2 kPa) voor de 72PSI condensor.
Condensor bevriespreventie — Deze regeling helpt voorkomen dat
de condensorleidingen bevriezen door de bekrachtiging van het
condensorpomprelais. De 19-serie PIC 5+ bestuurt de pomp en helpt
voorkomen, door hem op te starten, dat het water in de condensor
bevriest.
Wanneer de koelmachine is uitgeschakeld en de verzadigde
koudemiddeltemperatuur condensor is lager dan of gelijk aan het
condensorvriespunt, dan wordt de condensorwaterpomp bekrachtigd
(alarmstaat 262, BESCHERMENDE GRENS - BEVRIEZING
CONDENSOR). De defectstaat is duidelijk en de pomp zal
uitschakelen wanneer de verzadigde koudemiddeltemperatuur
condensor hoger is dan 5^ F (2,7^ C) boven het condensorvriespunt
en de intrede condensorwatertemperatuur hoger is dan het
condensorvriespunt. Als de koelmachine zich in herstarten
bedrijfsonderbreking type bevindt als dit zich voordoet, dan zal de
regeling overschakelen op niet-herstarten bedrijfsonderbreking.
28

5.19 - Test regelaars

Deze functie wordt gebruikt om alle geregelde uitgangen te testen,
behalve de compressor uitgang. De testfunctie mag alleen draaien
als de unit is uitgeschakeld.
Het wachtwoord van de gebruiker is vereist om deze testfunctie te
activeren. Alle regeltestparameters zijn toegankelijk in de tabel
"QCK_TEST" . Om de regeltestfunctie uit te voeren, moet het eerste
item "Inschakelen quick test" in de tabel "QCK_TST" worden
ingesteld om de functie te kunnen inschakelen. Het item "Inschakelen
quick test" wordt automatisch uitgeschakeld in een uur tijd om de
besturing weer terug te laten keren naar normaal voor het geval
iemand zou vergeten dit uit te schakelen.
Tenzij anders aangegeven, blijven alle beschermende grenzen actief
tijdens de besturingstest.

5.19.1 - Afzonderlijke uitgangen

Wanneer de besturingstest is ingeschakeld, kunnen de volgende
afzonderlijke uitgangen worden ingeschakeld om gedwongen AAN
te staan door de overeenkomstige punten in te stellen op JA in de
quick test tabel.
Toename geleideschoep, afname geleideschoep, oliepomprelais,
olieverwarmerrelais, EC-klep open, EC-klep gesloten, economizer
luchtklep open, economizer luchtklep gesloten, alarmrelais,
waarschuwingsrelais en koudemiddelpomprelais.
OPMERKING: de volgende uitgangen kunnen niet tegelijkertijd
worden gedwongen naar AAN
Toename geleideschoep en afname geleideschoep;
EC-klep open en EC-klep gesloten;
Economizer luchtklep open en economizer luchtklep gesloten
Voor de oliedruk zal een waarde >= 18 psi binnen 40 seconden nadat
de oliepomp AAN is gezet, bevestigen dat er druk is (oliedruktest
doorstaan=JA).
Voor de koudemiddelpomp zal een waarde >=10 psi binnen 15
seconden nadat de koudemiddelpomp AAN is gezet, bevestigen dat
er druk is.

5.19.2 - Analoge uitgang

Wanneer de besturingstest is ingeschakeld, kunnen de volgende
analoge uitgangen worden ingeschakeld om te worden overgedragen
aan de afgedwongen posities in de quick test tabel.
Gasdrukklep, diffuseraandrijving, olie EXV en koelmachine status
uitgang (Q_CHST)

5.19.3 - Kalibratie geleideschoep

De positie van de geleideschoep moet worden gekalibreerd voordat
de koelmachine wordt opgestart.
Kalibratie van de geleideschoep kan worden gestart door
"Inschakelen quick test" en "Inschakelen kalibratie GV1" in te
schakelen.
Als het type aandrijving digitaal is, dan
-
Ligt de volledig gesloten geleideschoep feedbackweerstand in
het bereik van 62,5 ohm tot 688 ohm
-
Ligt de volledig geopende geleideschoep feedbackweerstand
in het bereik van 6190 ohm tot 11496 ohm
Als het type aandrijving analoog is, dan
-
Ligt de volledig gesloten geleideschoep feedback mA waarde
in het bereik van 3mA tot 5mA
-
Ligt de volledig geopende geleideschoep feedback mA waarde
in het bereik van 19mA tot 20,8mA
Wanneer het koelmachine van het type 19DV is, heeft geleideschoep
2 eveneens een kalibratie nodig, net als geleideschoep 1.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pic 5+

Inhoudsopgave