1. Inschakelen
2. Aftakas
3. Uitschakelen
4. Hoog
5. Transmissie
104-2277
1. Om de parkeerrem te vergrendelen, moet u de pedalen aan
elkaar vastzetten, de rempedalen intrappen en de knop
omhoogtrekken.
2. Om de parkeerrem vrij te zetten, moet u de rempedalen
intrappen.
3. Parkeerremvergrendeling
4. Raadpleeg de gebruikershandleiding.
5. Indrukken om optioneel aangebrachte koplampen te ontsteken.
6. Hendel om stuurwiel te kantelen omlaag drukken.
106-2046
6. Laag
7. Vergrendelen
8. Stromingsverdeler
(optioneel)
9. Ontgrendelen
10. Cruise control (optioneel)
11. Geluiddemperknop
12. Druk op de knop
13. Contactschakelaar
14. Motor – Voorgloeien
1. Gevaar – Lees de gebruikershandleiding voor de
gespecificeerde torsie van het mes.
1. Vergrendeling voor onderhoud van maaidek vast-/loszetten.
1. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
2. Niet gebruiken als de kappen van het maaidek zijn verwijderd.
11
15. Snel
16. Continu snelheidsregeling
17. Langzaam
18. Nulstelknop
koelvloeistoftemperatuur
93-7818
104-8325
100-6578