4. Reinig de opening van de vuiluitlaat in het afneembare
deksel. Verwijder de rubberen uitlaatklep van het
deksel, maak de holte schoon en plaats de klep terug.
5. Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep naar
beneden gericht – in een positie tussen ongeveer 5:00
tot 7:00 uur, gezien vanaf het uiteinde.
6. Stel de indicator (Fig. 43) opnieuw in als deze rood is.
Motorolie verversen en filter
vervangen
Ververs de olie en vervang het filter na de eerste
50 bedrijfsuren; daarna moet u om de 100 bedrijfsuren de
olie verversen en het oliefilter vervangen.
1. Verwijder een van de aftappluggen (Fig. 46) en laat de
olie in een opvangbak lopen. Als er geen olie meer naar
buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
1
Figuur 46
1. Aftapplug motorolie
2. Verwijder het oliefilter (Fig. 47). Smeer een dun laagje
schone olie op de nieuwe filterpakking voordat u deze
vastschroeft. Niet te vast draaien.
1
Figuur 47
1. Motoroliefilter
3. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren, blz. 16.
Onderhoud van het
brandstofsysteem
Gevaar
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of
koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
tank bij tot ongeveer 25 mm onder de
bovenkant van de tank, niet de vulbuis. Dit geeft
de brandstof in de tank ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg ervoor dat de
dop op zijn plaats blijft.
Brandstoftank
De brandstoftank moet om de 800 bedrijfsuren worden
afgetapt en gereinigd. Ook moet de tank worden afgetapt en
gereinigd als het brandstofsysteem vervuild raakt of
wanneer de machine voor langere tijd gestald gaat worden.
Gebruik schone brandstof om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en -verbindingen
Controleer de brandstofleidingen en aansluitingen om de
400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode
moet worden aangehouden. Inspecteer op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
40