Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Smeer Van Tandwielkast Van Achteras Controleren; Bandenspanning Controleren; Torsie Van Wielmoeren Of -Bouten Controleren; De Maaihoogte Instellen - Toro Groundsmaster 4100-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 4100-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

Smeer van tandwielkast van
achteras controleren
De tandwielkast is in de fabriek gevuld met SAE 85W-140
tandwielolie. U moet echter het oliepeil controleren voordat
u machine voor de eerste keer in gebruik neemt en daarna
om de 400 bedrijfsuren. De capaciteit van de tandwielkast
is 0,5 liter. Controleer elke dag op lekkage.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Verwijder de controle-/vulplug aan de linkerzijde van
de tandwielkast (Fig. 9) en controleer of de tandwielolie
tot aan de onderkant van de opening komt. Als het peil
te laag is, vult u voldoende tandwielolie bij totdat het
peil de onderkant van de opening bereikt.
1
2
Figuur 9
1. Tandwielkast

Bandenspanning controleren

De voor- en achterbanden moet een spanning hebben van
172–207 kPa (25–30 psi).
Belangrijk
Zorg ervoor dat alle banden steeds de juiste
bandenspanning hebben; hierdoor kan de machine optimale
maaiprestaties leveren en goed functioneren. Pomp de
banden niet te zacht op.
2. Controle-/vulplug
20
Torsie van wielmoeren of
-bouten controleren
Waarschuwing
Indien de wielmoeren niet steeds zijn aangedraaid
met de correcte torsie, kan dit leiden tot defecten
of verlies van het wiel, waardoor lichamelijk letsel
kan worden veroorzaakt.
De torsie van de moeren van de voorwielen en de
bouten van de achterwielen moet 115–136 Nm
bedragen. Haal de moeren aan na 1–4 bedrijfsuren
en nog eens na 10 bedrijfsuren. Haal de wielmoeren
daarna om de 200 bedrijfsuren aan.

De maaihoogte instellen

Maaidek, midden
De maaihoogte kan worden ingesteld van 25 tot 127 mm in
stappen van 13 mm. Om de maaihoogte van het middelste
maaidek af te stellen, moet u de assen van de zwenkwielen
in de bovenste of onderste openingen in de
zwenkwielvorken plaatsen en vervolgens een gelijk aantal
afstandsstukken toevoegen aan de zwenkwielvorken of
verwijderen. Daarna bevestigt u de achterste ketting aan de
gewenste opening.
1. Start de motor en hef de maaidekken op zodat de
maaihoogte kan worden gewijzigd. Zet de motor af, stel
de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje
nadat het maaidek is opgeheven.
2. Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde gaten in
alle zwenkwielvorken (Fig. 14 en Fig. 16). Raadpleeg
onderstaande tabel om vast te stellen wat de correcte
openingen voor de instelling van de maaihoogte zijn.
Opmerking: Als de machine wordt gebruikt bij een
maaihoogte van 64 mm of hoger, moet de asbout worden
geplaatst in de onderste opening van het zwenkwielvork om
te voorkomen dat er zich gras opeenhoopt tussen het wiel
en de vork. Als u machine gebruikt bij een maaihoogte van
minder dan 64 mm en ontdekt dat er aangekoekt gras tussen
het wiel en de vork zit, moet u de machine in de
tegengestelde richting laten werken om het maaisel te
verwijderen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30411

Inhoudsopgave