Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vectoren Opslaan In Variabelen In Het Stapelgeheugen; De Matrixschrijver (Mtrw) Gebruiken Om Vectoren In Te Voeren - HP 50g Gebruiksaanwijzing

Grafische rekenmachine
Verberg thumbnails Zie ook voor 50g:
Inhoudsopgave

Advertenties

Vectoren opslaan in variabelen in het
stapelgeheugen
Vectoren kunnen worden opgeslagen in variabelen. De volgende
schermweergaven geven de vectoren weer.
= [1, 2] , u
u
2
Respectievelijk opgeslagen in de variabelen @@@u2@@, @@@u3@@, @@@v2@@ en @@@v3@@.
Eerst, in de ALG-modus:
Dan in de RPN-modus (alvorens herhaaldelijk op Kte drukken):
N.B.: de apostroffen (') hoeven meestal niet te worden ingevoerd bij
de namen u2, v2, enz. in de RPN modus. In dit geval zijn ze gebruikt
om bestaande variabelen te overschrijven die eerder in de ALG
modus zijn aangemaakt. Apostroffen dienen dus gebruikt te worden
indien de bestaande variabelen niet van te voren zijn gewist.
De Matrixschrijver (MTRW) gebruiken om vectoren in
te voeren
Vectoren kunnen ook worden ingevoerd m.b.v. de Matrixschrijver „²
(derde toets in de vierde toetsenrij boven in het toetsenbord). Dit
commando genereert een soort spreadsheet die overeenkomt met de rijen
en kolommen van een matrix (informatie over het gebruik van de
Matrixschrijver om matrices in te voeren, wordt in een Hoofdstuk 9
behandeld). Voor een vector zijn we geïnteresseerd in het plaatsen van
elementen in alleen de bovenste rij. Standaard is de cel in de bovenste rij
= [-3, 2, -2] , v
3
= [3,-1] , v
2
3
= [1, -5, 2]
Blz. 8-2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave