SORT en REVLIST kunnen worden gecombineerd om een lijst in afnemende
volgorde te sorteren:
Indien u in RPN modus werkt, voert u de lijst in het stapelgeheugen in en
selecteert vervolgens de bewerking die u wenst uit te voeren. Om de
toenames te bepalen tussen opeenvolgende elementen in lijst L3, druk:
l3`!´˜˜#OK# #OK#
Dit plaatst L3 in het stapelgeheugen en selecteert vervolgens de ∆ LIST
bewerking uit het MTH menu
De functie SEQ
De functie SEQ, beschikbaar via de commandocatalogus (‚N),
neemt als argumenten een uitdrukking in de vorm van een index, de naam
van de index en begin-, eind- en toenamewaarden voor de index en geeft
een lijst die bestaat uit de evaluatie van de uitdrukking voor alle mogelijke
waarden van de index. De algemene vorm van de functie is
SEQ(uitdrukking, index, begin, eind, toename)
Bijvoorbeeld:
2
2
2
2
Deze lijst correspondeert met de waarden {1
, 2
, 3
, 4
}.
De functie MAP
De functie MAP, beschikbaar via de commandocatalogus (‚N)
neemt als argumenten een lijst van getallen en een functie f(X) en maakt
Blz. 7-6