te herinneren. Zie Waarschuwings-
lampje status airbag passagiers-
zijde 0 116.
Het passagiersdetectiesysteem
moet de frontairbag voor de
buitenste zitplaats voorin inscha-
kelen, zodra het systeem detecteert
dat een persoon met een volwassen
lichaamsgrootte goed op de
buitenste zitplaats voorin gaat
zitten.
Wanneer het passagiersdetectiesys-
teem toelaat dat de airbag wordt
ingeschakeld, blijft de AAN-indicatie
branden om u aan de actieve airbag
te herinneren.
Bij sommige kinderen, onder wie
kinderen in kinderzitjes, en erg
kleine volwassenen wordt de
frontairbag voor de buitenste
zitplaats voorin soms wel en soms
niet uitgeschakeld door het passa-
giersdetectiesysteem. Dit is afhan-
kelijk van de zithouding en
lichaamsbouw van de persoon in
kwestie. Iedereen in de auto die een
kinderzitje is ontgroeid, moet zijn
veiligheidsgordel goed dragen
ongeacht of deze inzittende een
airbag heeft.
Waarschuwing
Wanneer de airbagcontrolelamp
oplicht en blijft branden, zit er iets
verkeerd in het airbagsysteem.
Laat de auto meteen repareren
om letsel bij u of anderen te
voorkomen. Zie Lampje airbag
ingeschakeld 0 116 voor meer
informatie, waaronder belangrijke
veiligheidsinformatie.
Wanneer de AAN-indicatie
brandt bij een kinderzitje
Het passagiersdetectiesysteem is
ontworpen om de frontairbag voor
de buitenste zitplaats voorin uit te
schakelen als het systeem vaststelt
dat hier een kind in een kinderzitje
aanwezig is. Wanneer na montage
van een kinderzitje de AAN-indicatie
brandt:
1. Zet het contact uit.
Stoelen en veiligheidssystemen
2. Verwijder het kinderzitje uit
de auto.
3. Verwijder eventuele
voorwerpen van de stoel, zoals
dekens, kussens, stoelhoezen,
verwarmings- of massage-
kussens.
4. Installeer het kinderzitje weer
aan de hand van de aanwij-
zingen van de fabrikant van het
kinderzitje en raadpleeg
Kinderzitjes vastzetten 0 93.
Zorg dat het gordeloprolmecha-
nisme vergrendeld is door de
schoudergordel bij het plaatsen
van het kinderzitje geheel uit
het mechanisme te trekken,
ook als het kinderzitje van een
veiligheidsgordelblokkering
voorzien is. Na het instellen
van de blokkering van het
mechanisme kan de gordel
strak worden getrokken maar
niet uit het mechanisme
worden getrokken.
5. Brandt de AAN-indicatie na
montage van het kinderzitje en
het starten van de auto nog
steeds, zet dan het contact uit.
79