Complexe getalfuncties
ARG
CONJ
IM
RE
Constanten
Wiskundige functies gebruiken
Deze functies zijn alleen voor complexe getallen
bestemd. U kunt complexe getallen ook gebruiken met
alle trigonometrische en hyperbolische functies en met
enkele reële getal- en toetsenbordfuncties. Voer complexe
getallen in als (x+y*i), waarbij x het reële deel is en y het
imaginaire deel.
Argument. Hiermee vindt u de hoek die door een
complex getal is gedefinieerd. Voor invoer en uitvoer
wordt de in Modi ingestelde hoekindeling gebruikt.
ARG((x+y*i))
Voorbeeld:
ARG(3+3*i) retourneert 45 (Gradenmodus)
Complex toegevoegde. Conjugatie is de negatie
(tekenomkering) van het imaginaire deel van een
complex getal.
CONJ((x+y*i))
Voorbeeld:
CONJ(3+4*i) retourneert (3-4*i)
Imaginair deel, y, van een complex getal, (x+y*i).
IM ((x+y*i))
Voorbeeld:
IM(3+4*i) retourneert 4
Reëel deel x, van een complex getal, (x+y*i).
RE((x+y*i))
Voorbeeld:
RE(3+4*i) retourneert 3
De constanten in het menu Wiskundige functies zijn
wiskundige constanten. Deze worden in deze sectie
beschreven. De HP 39gII heeft twee andere
constantenmenu's: programmaconstanten en
natuurkundige constanten. De natuurkundige constanten
worden later in dit hoofdstuk beschreven en
programmaconstanten worden in het hoofdstuk
Programmeren besproken.
175