Inhoudsopgave
Advertenties
Een toepassing
aanpassen
274
Als een toepassing actief is, wordt het bijbehorende
programma weergegeven als eerste item in de
programmacatalogus. Binnen dit programma neemt u
functies op voor het maken van een aangepaste
toepassing. Een handige procedure voor het aanpassen
van een toepassing wordt hieronder beschreven:
1. Kies de toepassing van HP die u wilt aanpassen. Zo
zou u bijvoorbeeld de toepassing Functie of de
toepassing 1var. statistieken kunnen gaan
aanpassen. De aangepaste toepassing neemt alle
eigenschappen van de toepassing van HP over. Ga
naar de toepassingscatalogus en sla de aangepaste
toepassing op onder een unieke naam.
2. Pas zo nodig de nieuwe toepassing aan door de
instellingen te configureren, bijvoorbeeld door assen
of hoekmetingen in te stellen.
3. Ontwikkel de functies die u in uw aangepaste
toepassing wilt opnemen. Gebruik bij het ontwikkelen
van de functies van de toepassing de hierboven
beschreven naamgevingsconventies voor
toepassingen.
4. Neem de opdracht VIEWS op in uw programma om
het menu Weergaven van de toepassing te wijzigen.
5. Bepaal of u nieuwe globale variabelen wilt laten
maken door uw toepassing. Als dergelijke variabelen
bruikbaar zijn, dient u deze te EXPORTEREN vanuit
een apart gebruikersprogramma dat wordt
aangeroepen via de functie Start() in het
toepassingsprogramma, zodat de waarden hiervan
niet verloren gaan.
6. Test de aangepaste toepassing en spoor eventuele
fouten op in de bijbehorende programma's.
Het is mogelijk om meerdere toepassingen te koppelen
via programma's. Zo zou bijvoorbeeld met een
programma dat aan de toepassing Functie is gekoppeld,
een opdracht kunnen worden uitgevoerd om de
toepassing 1var. statistieken te starten en met een
programma dat aan de toepassing 1var. statistieken is
gekoppeld, zou kunnen worden teruggegaan naar de
toepassing Functie (of een willekeurige andere
toepassing worden gestart).
Programmeren
Advertenties
Inhoudsopgave
