BREAK
DOORGAAN
Matrixopdracht
en
ADDCOL
Programmeren
RETURN som==n;
END;
Met dit programma worden alle perfecte getallen tot
1000 weergegeven:
EXPORT PERFECTNUMS()
BEGIN
LOCAL k;
FOR k FROM 2 TO 1000 DO
IF ISPERFECT(k) THEN
MSGBOX(k+" is perfect, druk op OK");
END;
END;
END;
Syntaxis: BREAK
Hiermee wordt een lus beëindigd. De uitvoering wordt
hervat met de eerste instructie na de lus.
Syntaxis: CONTINUE
Hiermee brengt u de uitvoering over naar het begin van
de volgende herhaling van een lus.
Sommige matrixopdrachten gebruiken de naam van een
matrixvariabele waarop de opdracht wordt toegepast als
argument. Geldige namen zijn de globale variabelen
M0..M9 of een lokale variabele die een matrix bevat.
Syntaxis: ADDCOL
(naam [ ,waarde1,...,waarde-n],kolomnummer)
Kolom toevoegen. Hiermee voegt u waarden in een
kolom in vóór kolomnummer in de opgegeven matrix. U
voert de waarden in als een vector (dit zijn geen
optionele argumenten!). De waarden moeten van elkaar
worden gescheiden door komma's, en het aantal
waarden moet gelijk zijn aan het aantal rijen in de
matrixnaam.
299