Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algoritme-Ecu Op Uds Ecu Aansluiten; Algoritme-Ecu Op Zoemerdisplay Aansluiten; Ecu-Montage; Sensorbevestiging En -Locatie - Brigade SSP-6000W Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6
Installatie van de hardware

6.5.2 Algoritme-ECU op UDS ECU aansluiten

De algoritme-ECU wordt met een adapterkabel (SSP-0.3-AC2) en optionele 4-pins verlengkabel
aangesloten op het UDS ECU. De maximale verlenglengte is 30 meter.
Adapterkabel en optionele 4-pins verlengkabel tussen algoritme-ECU en UDS ECU.

6.5.3 Algoritme-ECU op zoemerdisplay aansluiten

De algoritme-ECU wordt met een adapterkabel (SSP-0.3-AC1) en optionele 3-pins verlengkabel
aangesloten op het zoemerdisplay. De maximale verlenglengte is 15 meter.
Adapter cable and optional 3-pin extension cable between algorithm ECU and buzzer display.
6.6

ECU-montage

De algoritme-ECU moet in de cabine worden gemonteerd en is vanwege de IP-classificatie niet
geschikt voor montage op het voertuigframe. De UDS ECU kan naar goeddunken van de
installateur in de cabine of op het voertuigframe worden gemonteerd.
40
De algoritme-ECU moet gemonteerd worden met ten minste één vlakke zijde naar onder gericht.
Er zijn 6 geldige montagerichtingen. De onderstaande diagrammen tonen geldige en ongeldige
montageposities van het algoritme-ECU. De geldigheid van de montagerichting van de ECU
wordt tijdens het installatieproces bevestigd door de configuratiesoftware. Het moet stevig met
schroeven worden bevestigd en mag na de montage niet worden verplaatst.
B'1"#7 ,
Geldig:
B'1"#7 ,
Geldige en ongeldige montagerichtingen van algoritme-ECU.
6.7

Sensorbevestiging en -locatie

De sensorposities moeten gecontroleerd worden met de configuratiesoftware. Ongeldige
sensorposities veroorzaken een storing in het systeem. De configuratiesoftware staat een
gebruiker niet toe om het systeem in te stellen, tenzij de invoerposities geldig zijn.
Er zijn "zwarte" en "witte" type sensoren, die geprogrammeerd moeten worden met de correcte
ID's en overeenkomstig de aanbevelingen van de configuratiesoftware gemonteerd moeten worden.
Zorg ervoor dat de sensorcoating tijdens de installatie niet beschadigd raakt, omdat dit corrosie
kan veroorzaken.
BELANGRIJK: Met de configuratiesoftware kunnen sensoren worden uitgerust met
een horizontale afstand van maximaal 2 meter, maar de horizontale afstand moet waar
mogelijk op 1,7 meter worden gehouden.
BELANGRIJK: De sensoren moeten zoveel mogelijk gelijk met de zijkant van het voertuig
worden gemonteerd om de kans op zelfdetectie van het voertuig zo klein mogelijk te maken.
BELANGRIJK: Sensoren mogen niet horizontaal naast een stuuras worden gemonteerd
waar het wiel kan worden gedetecteerd. Montage hoger dan de bovenkant van het wiel bij
een stuuras zal gewoonlijk geen probleem veroorzaken.
BELANGRIJK: Gebruik de software om de sensorposities te controleren, voordat er een
fysieke installatie wordt uitgevoerd. Onderzoek voorafgaand aan de installatie wordt ten
zeerste aanbevolen om er zeker van te zijn dat het systeem kan worden gemonteerd.
H(9'1"# 7 ,
Ongeldig:
H(9'1"# 7 ,
)
)
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave