Geavanceerde HemoSphere -monitor
Uiterlijk
Interval Physiocal
11.6 ClearSight -instellingen en cuff-opties
In het ClearSight -instellingenscherm kan de gebruiker het tijdsinterval selecteren tussen het aflaten van
de druk van de cuff en het tijdsinterval voor afwisselen bij bewaking met twee cuffs. Op dit scherm wordt
ook de sensorstatus en informatie over de aangesloten vingermanchet(ten) en HRS weergegeven.
Opmerking
Laat ten minste 10 minuten bewaking plaatsvinden voordat u de statusinformatie van de sensor
beoordeelt.
1.
Raak het instellingenpictogram
aan.
2.
Raak het tabblad Opties aan om de monitorinstellingen te bekijken. Alle selectiekeuzes in dit
instellingenscherm zijn niet beschikbaar tijdens actieve bewaking of tijdens de modus druk van cuff
aflaten.
Eén cuff. Voor bewaking met één cuff selecteert u in de lijst met beschikbare opties een tijdsinterval
voor het aflaten van de druk in de cuff. Op het einde van de interval voor het aflaten van de druk in
de cuff zal de druk worden afgelaten gedurende de tijd die wordt aangegeven door de afteltimer in
de informatiebalk. Zie Modus druk van cuff aflaten op pagina 198.
Twee cuffs. Voor bewaking met twee cuffs selecteert u in de lijst met beschikbare opties een
tijdsinterval voor het aflaten van de druk in de cuff.
Optionele HRS. De optionele functie hartreferentiesensor (HRS) kan via deze wisselknop worden
ingeschakeld of uitgeschakeld. Deze menuoptie is een geavanceerde functie die ingeschakeld moet
worden. Als de functie Optionele HRS is ingeschakeld, heeft de gebruiker de mogelijkheid
handmatig een waarde voor het verticale hoogteverschil tussen de hand en het hart in te voeren in
plaats van een HRS te gebruiken. Zie Optionele HRS op pagina 194.
3.
Raak het tabblad Vingercuff aan om de status en informatie van de aangesloten vingermanchet(ten)
weer te geven.
4.
Raak het tabblad HRS aan om de status en informatie van de aangesloten HRS weer te geven.
11.6.1 Modus druk van cuff aflaten
Tijdens bewaking met één cuff zal het HemoSphere niet-invasief systeem automatisch met regelmatige
tussenpozen de druk in de vingermanchet aflaten.
Tabel 11-2: Physiocal -intervalstatus
Indicatie
-slagen
≥30
Normale meetstabiliteit
<30
Frequente Physiocal -onderbrekingen, variabele fysiologische
slagadereigenschappen en verminderde meetstabiliteit
–
Physiocal wordt uitgevoerd of status niet beschikbaar
→ Instellingen tabblad
HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule
198
→knop ClearSight