Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding pagina 50

Geavanceerde monitor
Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:
Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde HemoSphere -monitor
Wanneer de patiëntbewaking is begonnen, mag de sensor gedurende meer dan 10 minuten niet
worden verplaatst of losgekoppeld om te voorkomen dat de oorspronkelijke StO₂-berekening
opnieuw wordt opgestart. (hoofdstuk 13)
De metingen kunnen worden beïnvloed door de aanwezigheid van sterke elektromagnetische
bronnen zoals elektrochirurgische apparatuur en metingen kunnen onnauwkeurig zijn tijdens gebruik
van dergelijke apparatuur. (hoofdstuk 13)
Verhoogde niveaus carboxyhemoglobine (COHb) of methemoglobine (MetHb) kunnen leiden tot
onnauwkeurige of onjuiste metingen, net als intravasculaire kleurstoffen of andere stoffen met kleur
die de gebruikelijke bloedpigmentatie veranderen. Andere factoren die invloed kunnen hebben op de
meetnauwkeurigheid zijn onder meer: myoglobine, hemoglobinopathieën, anemie, onderhuidse
bloeduitstortingen, interferentie van vreemde objecten in het pad van de sensor, bilirubinemie, extern
aangebrachte kleuring (tatoeages), hoge niveaus Hb of Ht en moedervlekken. (hoofdstuk 13)
In situaties met ledverlichting moeten de sensoren mogelijk met een lichtblokkeerder worden
afgedekt voordat ze aan de sensorkabel worden verbonden, omdat sommige systemen met hoge
intensiteit de nabij-infrarooddetectie van de sensor kunnen verstoren. (hoofdstuk 13)
Vergeleken met eerdere softwareversies is een FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule met
softwareversie V3.0.7 of latere versie, gebruikt met sensoren voor pedriatische patiënten (klein en
gemiddeld), meer responsive in het scherm StO₂-waarden. In het bijzonder in de reeks onder 60 %,
StO₂ worden metingen mogelijk lager weergegeven dan in eerdere softwareversies. Artsen moeten
rekening houden met een snellere respons en mogelijk aangepaste StO₂ -waarden wanneer de
softwareversie V3.0.7 wordt gebruikt, zeker als zij ervaring hebben met eerdere softwareversies van
de FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule. (hoofdstuk 13)
De effectiviteit van de HPI-parameter is vastgesteld met behulp van golfvormgegevens van de
radiale arteriële druk. De effectiviteit van de HPI-parameter met gebruik van arteriële druk
opgenomen op andere locaties (zoals femoraal) is niet geëvalueerd. (hoofdstuk 14)
De HPI-parameter geeft mogelijk geen waarschuwing vooraf voor een trend naar een
hypotensiegebeurtenis in situaties waar een medische ingreep resulteert in een plotselinge niet-
fysiologische hypotensiegebeurtenis. Wanneer dit gebeurt, geeft de HPI-functie direct het volgende:
er worden een pop-up voor hoge alertheid, een alarm met hoge prioriteit en een HPI-waarde van
100 getoond waarmee wordt aangegeven dat de patiënt een hypotensiegebeurtenis doormaakt.
(hoofdstuk 14)
Wees voorzichtig bij het gebruik van dP/dt bij patiënten met ernstige aortastenose, aangezien de
stenose de koppeling tussen het linkerventrikel en de afterload kan verminderen. (hoofdstuk 14)
Hoewel de dP/dt-parameter vooral wordt bepaald door veranderingen in de contractiliteit van het LV,
kan deze worden beïnvloed door de afterload tijdens perioden van vasoplegie (venoartieriële
ontkoppeling). Tijdens deze perioden komen veranderingen in de contractiliteit van het LV mogelijk
niet naar voren in de dP/dt. (hoofdstuk 14)
De informatie over de parameter HPI in Tabel 14-13 op pagina 251, Tabel 14-14 op pagina 252,
Tabel 14-15 op pagina 253 en Tabel 14-16 op pagina 254 wordt gegeven als algemene richtlijn en is
mogelijk niet representatief voor individuele ervaring. Aanbevolen wordt de hemodynamiek van de
patiënt te beoordelen voordat met een behandeling wordt gestart. Zie Klinische toepassing
op pagina 242 (hoofdstuk 14)
Als een of meer van de leds op de FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule niet aangaat, mag de
kabel niet worden gebruikt tot deze is gerepareerd of vervangen. Neem contact op met Edwards
Technical Support. Er bestaat een risico dat beschadigde onderdelen de prestaties van de module
verminderen. (hoofdstuk 15)
Reinig na elk gebruik het instrument en de accessoires en berg deze op. (bijlage F)
De geavanceerde HemoSphere -bewakingsmodules en -platformkabels zijn gevoelig voor
elektrostatische ontlading (electrostatic discharge, ESD). Probeer niet de kabel of behuizing van de
module te openen of de module te gebruiken als de behuizing beschadigd is. (bijlage F)
Giet of spuit geen vloeistof over enig deel van de geavanceerde HemoSphere -monitor, accessoires,
modules of kabels. (bijlage F)
Gebruik geen andere desinfecterende oplossing dan de hierboven aangegeven soorten. (bijlage F)
VOORKOM:
50
Veiligheid en symbolen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave