Tabel 12-1: Opties In-Vitro-Kalibratie; In-Vitro-Kalibratie - Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding
Geavanceerde monitor
Verberg thumbnails
Zie ook voor HemoSphere:
- Gebruikershandleiding (338 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (256 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (192 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerde HemoSphere -monitor
Omwikkel het hoofddeel van de oximetriekabel niet met stof en leg hem niet direct op de huid van de
patiënt. Het oppervlak kan heet worden (tot wel 45 °C) en moet warmte kunnen afvoeren om het interne
temperatuurniveau te kunnen behouden. Er zal een softwarefout worden geactiveerd als de interne
temperatuur de grenzen overschrijdt.
Het product mag op geen enkele wijze worden gewijzigd, gerepareerd of aangepast. Reparaties,
aanpassingen of wijzigingen kunnen de veiligheid van de patiënt of bediener in gevaar brengen en/of een
negatief effect hebben op de werking van het product.
12.3 In-vitro-kalibratie
In-vitro-kalibratie wordt uitgevoerd voordat de katheter bij de patiënt wordt geplaatst. Daarvoor wordt
gebruikgemaakt van de kalibratiebeker die bij de katheter is geleverd.
Opmerking
Nadat een oximetriekabel in vitro of in vivo is gekalibreerd, kunnen fouten of meldingen worden
gegenereerd wanneer de veneuze oximetrie wordt bewaakt zonder verbonden patiëntkatheter.
LET OP
Laat de kathetertip of kalibratiebeker niet nat worden voordat een in-vitro-kalibratie wordt uitgevoerd. De
katheter en de kalibratiebeker moeten droog zijn voor een juiste In-vitro-kalibratie voor oximetrie. Spoel
het katheterlumen pas door nadat de in-vitro-kalibratie is voltooid.
Als de in-vitro-kalibratie wordt uitgevoerd nadat de oximetriekatheter bij de patiënt is geplaatst, zal deze
niet nauwkeurig zijn.
1.
Raak het pictogram voor oximetriekalibratie
pictogram Instellingen
Veneuze oximetriekalibratie
2.
Selecteer bovenin het scherm Veneuze oximetriekalibratie het oximetrietype: ScvO₂ of SvO₂.
3.
Raak de knop In-vitrokalibratie aan.
4.
Voer de hemoglobinewaarde (Hb) of de hematocrietwaarde (Ht) van de patiënt in op het scherm In-
vitrokalibratie. Hemoglobine kan op het toetsenblok worden ingevoerd in g/dl of mmol/l. Zie Tabel
12-1 op pagina 204 voor acceptabele bereiken.
5.
Raak de knop Kalibreren aan om het kalibratieproces te starten.
6.
Na een geslaagde kalibratie verschijnt het volgende bericht:
→ Klinische hulpmiddelen tabblad
aan.
Tabel 12-1: Opties in-vitro-kalibratie
Optie
Beschrijving
Hb (g/dl)
Hemoglobine
Hb (mmol/l)
Ht (%)
Hematocriet
op de parametertegel ScvO₂/SvO₂ aan of raak het
Bereik selectie
4,0 tot 20,0
2,5 tot 12,4
12 tot 60
204
Veneuze oximetriebewaking
→ pictogram
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
