Geavanceerde HemoSphere -monitor
Diagnose
Cardiovasculair
Bloeding
Sepsis
Overig
Kanker
Respiratoir
Orthopedisch
Neuro
GI of hepatisch
Diagnose
Cardiaal
Cerebraal
Lever
Neurologisch
Overig
Postoperatief
Pulmonaal
Renaal
Respiratoir
Sepsis
Septische shock
Trauma
Vasculair
Tabel 14-12 op pagina 249 toont de resultaten van deze klinische validatieonderzoeken.
Een hypotensieve gebeurtenis, zoals beschreven in Tabel 14-11 op pagina 249 en Tabel 14-12
op pagina 249, wordt berekend door een segment van ten minste 1 minuut lang te identificeren zodat alle
datapunten in dat gedeelte een MAP <65 mmHG hebben. Een (positief) gebeurtenisdatapunt is gekozen
als steekproef voor de 5 minuten voorafgaand aan de hypotensieve gebeurtenis. Indien daaropvolgende
hypotensieve gebeurtenissen minder dan 5 minuten na elkaar plaatsvinden, wordt een positieve
steekproef gedefinieerd als de eerste steekproef direct volgend op de voorgaande hypotensieve
gebeurtenis.
Een niet-hypotensieve gebeurtenis, zoals beschreven in Tabel 14-11 op pagina 249 en Tabel 14-12
op pagina 249, wordt berekend door datapuntsegmenten zodanig te identificeren dat het segment
minstens 20 minuten verwijderd is van alle hypotensieve gebeurtenissen en dat alle datapunten in dat
segment een MAP > 75 mmHG hebben. Voor elk van de niet-hypotensieve gebeurtenissegmenten wordt
één (negatief) niet-gebeurtenisdatapunt genomen.
Tabel 14-9: Kenmerken niet-chirurgiepatiënten (N=228)
Aantal patiënten
Tabel 14-10: Kenmerken voor niet-chirurgiepatiënten met NIBP
Aantal patiënten
% van totaal
67
24
19
60
20
13
10
3
12
(N=175)
% van totaal
65
2
2
43
6
5
1
1
17
9
5
4
15
248
Geavanceerde eigenschappen
29,5
10,5
8,3
26,2
8,7
5,7
4,4
1,3
5,4
37,1
1,1
1,1
24,6
3,4
2,9
0,6
0,6
9,7
5,1
2,9
2,3
8,6