Tabel 14-1: Hpi -Weergaveconfiguraties - Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding
Geavanceerde monitor
Verberg thumbnails
Zie ook voor HemoSphere:
- Gebruikershandleiding (338 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (256 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (192 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerde HemoSphere -monitor
Net als andere bewaakte parameters wordt de HPI -waarde elke 20 secondenbijgewerkt. Wanneer de
HPI -waarde hoger wordt dan 85, wordt een alarm met hoge prioriteit afgegeven. Als de HPI -waarde
twee achtereenvolgende metingen (in totaal 40 seconden) hoger is dan 85, verschijnt een pop-upmelding
voor 'HPI hoog' op het scherm waarin wordt aanbevolen de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen.
De hemodynamische informatie die betrekking heeft op hypotensie is voor de gebruiker beschikbaar op
het Secundair HPI-scherm. Deze informatie omvat verschillende hoofdparameters (MAP, CO, SVR, PR
en SV), en geavanceerdere indicatoren voor preload, contractiliteit en afterload (SVV of PPV, dP/dt,
Ea
). De hemodynamiek van de patiënt kan ook worden beoordeeld door de hoofdparameters te
dyn
bekijken die op dat moment zijn geconfigureerd, bijvoorbeeld SVV, PPV, CO en SVR.
Nadat de Acumen-HPI -functie is geactiveerd, kan de gebruiker ervoor kiezen om de Acumen
Hypotension Prediction Index (HPI) te configureren als hoofdparameter, deze weer te geven op de
informatiebalk of deze niet weer te geven. dP/dt, Ea
hoofdparameters.
Raadpleeg de paragrafen HPI als hoofdparameter en HPI op de informatiebalk voor informatie over het
configureren van de parameter. Raadpleeg HPI als hoofdparameter op pagina 235 en HPI op
informatiebalk op pagina 238.
De alarm- en meldingsfuncties voor HPI verschillen per gekozen weergave-optie voor HPI, zoals
beschreven in Tabel 14-1 op pagina 233.
Weergaveoptie
Hoofdparameter
Informatiebalk
Niet weergegeven
In tegenstelling tot andere bewaakte parameters kunnen de alarmgrenzen voor HPI niet worden
aangepast, aangezien HPI geen fysiologische parameter met een selecteerbaar doelbereik is (zoals bijv.
bij het hartminuutvolume), maar de kans op een fysiologische toestand. De alarmlimiet wordt aan de
gebruiker weergegeven in de software, maar de bedieningselementen om de alarmlimieten te wijzigen
zijn uitgeschakeld. De alarmlimiet voor de HPI -parameter (> 85 voor het rode alarmbereik) is een vaste
waarde die niet mag worden aangepast.
De zichtbare en hoorbare aanwijzingen waarover de gebruiker beschikt wanneer de HPI -waarde > 85 is
(rood alarmbereik), zijn het resultaat van de analyse van meerdere variabelen van een arteriële
drukgolfvorm en demografische patiëntgegevens, alsmede van de toepassing van een datagestuurd
model dat is ontwikkeld door hypotensieve en niet-hypotensieve episodes met terugwerkende kracht te
annoteren. De HPI -alarmlimet is vermeld in Tabel 14-2 op pagina 234 en in Tabel D-4 op pagina 334.
De prestatiekenmerken van het algoritme voor de alarmdrempel van 85 zijn vermeld in Tabel 14-11
op pagina 249, in de paragraaf over klinische validatie.
De parameters dP/dt, Ea
gedragen zich als bewaakte parameters, maar Ea
ingesteld. Alarm-/doelbereiken zijn niet beschikbaar voor Ea
worden te allen tijde wit weergegeven. Er verschijnt ter referentie een stippellijn bij een waarde van 0,8
op de Ea
-trendgrafieklijn.
dyn
14.1.1 Acumen Hypotension Prediction Index (HPI)
De HPI -waarde wordt elke 20 seconden bijgewerkt en wordt weergegeven als een waarde gelijk aan de
kans dat er een hypotensiegebeurtenis zal optreden, op een schaal van 0 tot 100. Hoe hoger de waarde,
hoe groter de kans dat er een hypotensiegebeurtenis (MAP <65 mmHG gedurende ten minste één
minuut) zal optreden.
De HPI -parameter stelt aan de hand van de gegevens van de eerste tien minuten van de bewaking een
'uitgangswaarde' vast. Daarom kan de werking van het apparaat gedurende deze eerste tien minuten
afwijken. Tabel 14-2 op pagina 234 geeft een uitgebreide uitleg en interpretatie van de grafische
Tabel 14-1: HPI -weergaveconfiguraties
Hoorbaar en zichtbaar alarm
, en PPV kunnen worden geconfigureerd als hoofdparameters. PPV en dP/dt
dyn
dyn
233
en PPV kunnen ook worden geconfigureerd als
dyn
Ja
Nee
Nee
is geen parameter waarvoor een alarm kan worden
en statusindicatoren voor de doelwaarde
dyn
Geavanceerde eigenschappen
Pop-upmelding
Ja
Ja
Nee
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
