Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

BS/4
DeltaSol
®

4.2 Instelkanalen

Installatiekeuze
ANL:
Installatiekeuze
Instelbereik: 1 ... 3
Fabrieksinstelling: 1
Veiligheidsvraag:
∆T -regeling
DT E
Inschakeltemperatuurversch.
Instelbereik: 1,0 ... 20,0 K
[2.0 ... 40.0°Ra]
Stapgrootte: 0,5 K [1 °Ra]
Fabrieksinstelling: 6,0 K
[12.0°Ra]
DT A
Uitschakeltemperatuurversch.
Instelbereik: 0,5 ... 19,5 K
[1.0 ... 39.0°Ra]
Stapgrootte: 0,5 K [1 °Ra]
Fabrieksinstelling: 4.0 K
[8.0°Ra]
Toerentalregeling
DT S:
Ingesteld temperatuurverschil
Instelbereik: 1,5 ... 30,0 K
[3.0 ... 60.0 °Ra]
Stapgrootte: 0.5 K [1 °Ra]
Fabrieksinstelling: 10,0 K
[20.0 °Ra]
ANS:
Stijging
Instelbereik:
1 ... 20 K [2 ... 40 °Ra]
Stapgrootte: 1 K [2 °Ra]
Fabrieksinstelling: 2 K
[4 °Ra]
| 20
In dit kanaal kan een voorgedefinieerd installatieschema
worden gekozen. Elk installatieschema heeft speciale voorin-
stellingen die echter afzonderlijk kunnen worden aangepast.
Als de installatiekeuze achteraf wordt gewijzigd, gaan alle
eerder gemaakte instellingen verloren. Daarom wordt na
elke instelling in het kanaal ANL een veiligheidsvraag gesteld.
Bevestig de veiligheidsvraag alleen als het instal-
latieschema daadwerkelijk moet worden gewijzigd!
Î Druk om de veiligheidsvraag te bevestigen op knop 3
De regelaar werkt als standaard temperatuurverschilregelaar.
Als het inschakeltemperatuurverschil is bereikt, wordt de
pomp geactiveerd. Als het temperatuurverschil onder het
ingestelde uitschakeltemperatuurverschil daalt, schakelt het
betreffende relais weer uit.
Aanwijzing:
Het inschakeltemperatuurverschil moet tenmin-
ste 0.5 K [1°Ra] hoger liggen dan het uitschakel-
temperatuurverschil.
Aanwijzing:
Als de drainback-optie ODB wordt geactiveerd,
worden de waarden voor de parameters DT E,
DT A en DT S naar voor drainback-systemen
geoptimaliseerde waarden aangepast:
DT E = 10 K [20 °Ra]
DT A = 4 K
[8 °Ra]
DT S = 15 K [30 °Ra]
Reeds uitgevoerde instellingen in deze kanalen
worden genegeerd en moeten opnieuw worden
uitgevoerd als ODB achteraf wordt gedeacti-
veerd.
Aanwijzing:
Voor de toerentalregeling moet de bedrijfsmodus
van relais 1 op auto worden gezet (instelkanaal
HND1)
Als het inschakeltemperatuurverschil is bereikt, wordt de
pomp 10 seconden lang met maximaal toerental geactiveerd.
Daarna wordt het toerental verlaagd naar het ingestelde
minimumtoerental (fabrieksinstelling = 30 %).
Als het temperatuurverschil het ingestelde temperatuurver-
schil bereikt, wordt het toerental met een trap (10 %) ver-
hoogd. Als het verschil met de ingestelde verhogingswaarde
ANS stijgt, wordt het toerental telkens met nog eens 10 %
verhoogd tot het maximumtoerental van 100 % is bereikt.
Aanwijzing:
Het ingestelde temperatuurverschil moet ten-
minste 0.5 K [1°Ra] hoger liggen dan het inscha-
keltemperatuurverschil.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave