BS/4
DeltaSol
®
Koelfuncties
Collectorkoelfuntie
OKK:
Optie collectorkoeling
Instelbereik: OFF / ON
Fabrieksinstelling: OFF
KMX:
Maximumtemperatuur col-
lector
Instelbereik:
70 ... 160 °C [150 ... 320 °F]
Stapgrootte: 1 K [1 °Ra]
Fabrieksinstelling:
110 °C [230 °F]
Systeemkoelfunctie
OSYK:
Optie systeemkoeling
Instelbereik: OFF / ON
Fabrieksinstelling: OFF
DTKE:
Inschakeltemperatuurversch.
Instelbereik:
1,0 ... 30,0 K [2.0 ... 60.0 °Ra]
Stapgrootte: 0,5 K [1 °Ra]
20,0 K [40.0 °Ra]
DTKA:
Uitschakeltemperatuurversch.
Instelbereik:
0,5 ... 29,5 K [1.0 ... 59.0 °Ra]
Stapgrootte: 0,5 K [1 °Ra]
15,0 K
[30.0 °Ra]
| 22
Onderstaand worden de 3 koelfuncties – collectorkoeling,
systeemkoeling en boilerkoeling – nader beschreven. De
volgende aanwijzingen gelden voor alle 3 koelfuncties:
Aanwijzing:
De koelfuncties worden niet actief, zolang een
zonnelading mogelijk is.
Als de collectorkoelfunctie is geactiveerd, probeert de re-
gelaar om de collector op bedrijfstemperatuur te houden.
Als de ingestelde maximumtemperatuur van de boiler wordt
bereikt, wordt de zonnelading gestopt. Als de collectortem-
peratuur naar de ingestelde maximumtemperatuur van de
collector stijgt, wordt de zonnepomp geactiveerd tot de
collectortemperatuur met tenminste 5 K [10 °Ra] onder
de maximumtemperatuur van de collector is gedaald. De
boilertemperatuur kan daarbij boven de maximumtempera-
tuur van de uitstijgen, echter alleen tot aan 95 °C [200 °F]
(nooduitschakeling boiler).
Als de collectorkoelfunctie actief is, worden op het display
en
(knipperend) weergegeven.
Aanwijzing:
Deze functie is alleen beschikbaar als de systeem-
koelfunctie (OSYK) is gedeactiveerd.
Aanwijzing:
In installatie 3 is de parameter KMX zelfstandig
zonder de OKK-functie beschikbaar. In instal-
latie 3 wordt KMX als activeringstemperatuur
gebruikt voor de afvoer van overtollige warmte.
In dat geval is geen andere inschakelvoorwaarde
nodig.
Als de systeemkoelfunctie is geactiveerd, probeert de re-
gelaar om de zonne-energie-installatie zo lang als mogelijk
bedrijfsklaar te houden. De functie zet de maximumtempera-
tuur van de boiler als uitschakelvoorwaarde buiten werking
om op dagen met sterke zonnestraling het collectorcircuit
thermisch te ontlasten.
Als het inschakeltemperatuurverschil DTKE is ingesteld,
blijft de zonne-energie-installatie actief, ook als de maximum-
temperatuur van de boiler (S MX) wordt overschreden. De
zonnelading wordt voortgezet tot of de boilertemperatuur
95 °C [200 °F] (nooduitschakeling boiler) wordt bereikt, het
temperatuurverschil onder de in DTKA ingestelde waarde
is gedaald of de noodtemperatuur van de collector NOT
wordt bereikt.
Als de systeemkoelfunctie actief is, worden op het display
en
(knipperend) weergegeven.
Aanwijzing:
Deze functie is alleen beschikbaar als de collec-
torkoelfunctie (OKK) is gedeactiveerd.