Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Resol DeltaSol BS/4 Handboek pagina 21

Inhoudsopgave

Advertenties

BS/4
DeltaSol
®
Minimumtoerental
nMN:
Toerentalregeling
Instelbereik: 30 ... 100
Stapgrootte: 5 %
Fabrieksinstelling: 30
Maximumtemperatuur boiler
S MX
Maximumtemperatuur boiler
Instelbereik:
4 ... 95 °C [40 ... 200 °F]
ANL 3:
4 ... 90 °C [40 ... 190 °F]
Stapgrootte: 1 K [2 °Ra]
Fabrieksinstelling: 60 °C [140 °F]
Optie nooduitschakeling boiler
OSNO:
Nooduitschakeling boiler
Instelbereik: ON, OFF
Fabrieksinstelling: OFF
Temperatuurlimiet collector
Nooduitschakeling collector
NOT:
Temperatuurlimiet collector
Instelbereik:
80 ... 200 °C [170 ... 390 °F]
Stapgrootte: 1 K [2 °Ra]
Fabrieksinstelling:
130 °C [270 °F]
Met het instelkanaal nMN kan aan uitgang R2 een relatief
minimumtoerental worden toegewezen.
Aanwijzing:
Als niet-toerentalgeregelde verbruikers (bv. ven-
tielen) worden aangesloten, moet het minimale
toerental voor het betreffende relais worden in-
gesteld op 100.
Als de ingestelde maximumtemperatuur van de bij de
boilersensor beneden wordt overschreden, schakelt de
regelaar de zonnepomp uit. Het verder laden van de boiler
wordt voorkomen om de kans op verbrandingen en schade
aan de installatie te verkleinen. Een hysterese van 2 K [4 °Ra]
is vastgelegd voor de maximumtemperatuur van de boiler.
Bij overschreden maximumtemperatuur van de boiler 2
wordt het symbool
op het display weergegeven.
Aanwijzing:
Als de collectorkoeling of de systeemkoeling is
geactiveerd, kan de ingestelde maximumtempera-
tuur van de boiler worden overschreden.
Om schade aan de installatie te voorkomen, is de
regelaar voorzien van een interne nooduitscha-
keling van de boiler die het systeem deactiveert,
zodra de boiler een temperatuur van 95 °C
[200 °F] bereikt.
Deze optie dient om de interne nooduitschakeling van de
boiler ook voor een boilersensor bovenaan te activeren.
Als de temperatuur bij de referentiesensor (S3) 95 °C over-
schrijdt, wordt de boiler geblokkeerd en stopt de lading tot
de temperatuur onder 90 °C daalt.
Als de ingestelde temperatuurlimiet van de collector NOT
wordt overschreden, schakelt de regelaar de zonnepomp
(R1) uit om de installatie te beschermen tegen oververhit-
ting (nooduitschakeling collector). Een hysterese van 10 K
[20 °Ra] is vastgelegd voor de maximumtemperatuur van
de collector. Bij overschreden temperatuurlimiet collector
van de wordt op het display
Aanwijzing:
Als de drainback-optie ODB is geactiveerd,
wordt het instelbereik van NOT beperkt tot
80 ... 120°C [170 ... 250 °F]. De fabrieksinstelling
is in dat geval 95 °C [200 °F].
WAARSCHUWING! Kans op letsel! Kans op
schade aan de installatie
door drukstoten!
Als in een drukloos system wa-
ter wordt gebruikt als warmte-
dragend medium, begint het wa-
ter bij 100 °C [212 °F] te koken.
Î Als een drukloos system
(knipperend) weergegeven.
met water wordt gebru-
ikt als warmtedragend
medium, stel dan de tem-
peratuurlimiet van de
collector NOT niet hoger
in dan 95 °C [200 °F] !
21 |

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave