9 Meting
9.2 Meetinstellingen
Tab. 9.3:
Voorbeelden van foutenoutput (voor het outputbereik 4...20 mA)
lijstnotering
Andere waarde
foutwaarde = 3.5 mA
Klemmenfuncties
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesuitgangen\...\I1 Active loop
De klemmen voor het aansluiten van de uitgang verschijnen in beeld.
• Druk op ENTER.
Als de transmitter een schakelbare stroomuitgang heeft, dan wordt er aangegeven of
deze actief of passief is (in dit geval: actief).
Werkingstest van de uitgang
De werking van de uitgang kan nu gecontroleerd worden.
• Sluit een extern meetapparaat aan op de klemmen van de geïnstalleerde uitgang.
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesuitgangen\...\I1 Output Test
• Toets een testwaarde in. Hij moet binnen het outputbereik liggen.
• Druk op ENTER.
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesuitgangen\...\I1= 10 mA\Again?
Als het externe meetapparaat de ingevoerde waarde aangeeft, dan werkt de uitgang.
• Kies yes om de test te herhalen of no om terug te keren naar de menupunt SYSTEEM
inst.
• Druk op ENTER.
98
uitgangssignaal
I [mA]
20
4
2018-07-05, UMFLUXUSF60xV5-0-2NL
FLUXUS F60*
t
d
t
t
0
1
t