om de inhoud van de tank te mengen en op 3 uur
om te stoppen met mengen.
Figuur 32
1. Mengregelklep
Opmerking: Om te mengen, moet u de
aftakas en de koppeling inschakelen en de motor
stationair laten lopen. Als u stopt met sproeien en
wilt gaan mengen, moet u de schakelhendel in de
neutraalstand zetten, de koppeling laten opkomen,
de parkeerrem in werking stellen, en de gashendel
(indien aanwezig) open zetten.
Drukmeter
De drukmeter bevindt zich rechts van de tank
(Figuur 32). Deze meter toont de druk van de
vloeistof in het systeem in psi en bar.
Aftaphendel van tank
De aftaphendel van de tank bevindt zich boven
op de tank (Figuur 33). Om de tank af te
tappen, moet u de moer losdraaien en de
T-hendel omhoogtrekken totdat u de gewenste
afvoerstroom hebt verkregen.
Belangrijk: Trek voorzichtig aan de hendel.
Gebruik hierbij niet te veel kracht, omdat de
onderdelen van de afvoerbuis van de tank dan
schade kunnen oplopen.
Draai de kunststofmoer aan de onderkant van
de hendel vast om de afvoerbuis van de tank in
geopende stand te houden. Als de tank is afgetapt,
draait u de moer los en drukt u de T-hendel zo
ver mogelijk in. Draai de moer weer vast om de
afvoerbuis in de gesloten stand te houden.
2. Drukmeter
Opmerking: De kunststofmoer op de
afvoerbuis van de tank moet stevig worden
vastgedraaid om lekkage bij de aftaphendel te
voorkomen.
Figuur 33
1. Aftaphendel van tank
Tankdeksel
Het tankdeksel bevindt zich midden op de tank
(Figuur 34). Op het deksel te openen, moet u
de motor afzetten, de parkeerrem in werking
stellen, de voorste helft van het deksel naar links
draaien en open klappen. U kunt de zeef aan de
binnenzijde verwijderen om deze te reinigen. Om
de tank af te sluiten, moet u de zeef terugplaatsen
als u deze hebt verwijderd, het deksel dichtdoen en
de voorste helft van het deksel naar rechts draaien.
Figuur 34
1. Tankdeksel
Anti-overloopaansluiting
Op de voorkant van de tank bevindt zich een
anti-overloopaansluiting, een slangaansluiting met
een schroefdraadverbinding en een 90º geribde
fitting, die u kunt leiden naar de tankopening
(Figuur 34). Op deze aansluiting kunt u een
waterslang bevestigen zodat u de tank met
water kunt vullen zonder dat de slang wordt
30
2. Anti-overloopaansluiting