De vloeistoftoevoerslang
vloeistoftoevoerslang op
De
De
vloeistoftoevoerslang
aansluiten
aansluiten
aansluiten
Bij systemen waarop de kleurwisselfunctie niet is
ingeschakeld:
Gebruik een moersleutel om de vloeistoftoevoerslang
tussen de vloeistoftoevoer en de vloeistofinlaat
(F) op de isolatiekast aan te sluiten. De maximale
vloeistofdruk is 0,7 MPa (7,0 bar, 100 psi).
Note
Draai niet te strak aan omdat dan de
inlaatklep gaat draaien en er een probleem
ontstaat met de flexibele slang in de kast. De
klepuitlaat in de kast moet omhoog wijzen.
Note
Voor een correcte werking van het systeem
mag de vloeistoftoevoerdruk niet hoger zijn
dan de luchttoevoerdruk.
Overweeg om een handmatig vloeistofafsluitventiel
(FV) in de buurt van de kast te installeren om de
vloeistoftoevoer tijdens de installatie of voor een
onderhoudsbeurt gemakkelijk te kunnen afsluiten.
Bij systemen waarop de kleurwisselfunctie is
ingeschakeld:
Sluit de vloeistoftoevoeren aan op de
kleurwisselkleppen op de inlaat. Zorg ervoor
dat de luchtleiding, het spoelmateriaal en de
afvoerslang op de juiste kleurwisselkleppen zijn
aangesloten. Als de afvoerkraan niet wordt gebruikt,
moet u de vloeistofaansluiting op de afvoerkraan
afdichten.
Nummer
Nummer klep
Nummer
klep
klep
Klep 1
Klep 2
3A8462C
op de
de kast
kast
op
de
kast
Functie
Functie klep
Functie
klep
klep
Luchtleiding
Spoelmateriaal
Nummer
Nummer klep
Nummer
klep
klep
Klep 3
Klep 4
Klep 5
Klep 6
De
De CAN
De
CAN - - - kabels
CAN
kabels aansluiten
kabels
Verbind de CAN-kabels (Control Area Network) met
de besturingsinterface (42) zodat de interface met
het isolatiesysteem kan communiceren.
1. Sluit de CAN-voedingskabel aan:
a. Zoek de CAN-kabel die op de voeding (47) is
aangesloten op de achterzijde van de kast.
b. Schroef de kabel in de juiste fitting aan de
rechterzijde van de kast, onder de lichttoren.
Figure 14 CAN-kabelverbinding van regelaar op
de kast (geen kleurwissel)
Installation
Functie klep
Functie
Functie
klep
klep
Afvoerslang
Kleur 1
Kleur 2
Kleur 3
aansluiten
aansluiten
21