Inhoudsopgave
Advertenties
Toets of of of
Toets
Toets
veld
Omschrijving
veld
veld
Omschrijving
Omschrijving
Niet
Niet
Niet vullen
vullen
vullen
Activeer 'Niet vullen' om te voorkomen dat de isolatievloeistofpomp bijvult bij het lossen van de trekker.
Niet vullen wordt doorgaans gebruikt aan het einde van een verfklus. Zodra de pomp leeg is, wacht het
systeem tot een andere modus wordt geselecteerd.
De modus Niet vullen is handig in de volgende situaties:
In de spuitmodus:
• De shift van de operator zit er bijna op en hij wil vermijden dat er verf stilstaat in de pomp.
• Er is geen nieuwe volle pomp verf nodig om de resterende onderdelen te spuiten.
• De kleur van de verf verandert binnenkort.
In de spoelmodus (met kleurwissel ingeschakeld):
• De operator is klaar met spuiten en laat via het pistool de laatste verf uit de pomp gaan. Zodra de
pomp leeg is, kan de operator eenvoudig de vloeistoftoevoerslang omwisselen naar reinigingsvloeistof.
Inlaatlucht
Inlaatlucht
Inlaatlucht
Een groene statusbalk van de inlaatlucht geeft aan dat de inlaatluchtdruk hoger is dan de
minimumvereiste van 0,5 MPa (4,8 bar, 70 psi).
Rood betekent dat het systeem niet kan werken omdat de vereiste luchtdruk niet gedetecteerd is.
Aardingsstang
Aardingsstang
Aardingsstang
Een aardingsstang-pictogram geeft aan dat de aardingsstang (N) neergelaten is en het systeem aan
het ontladen is.
Een laad-pictogram
vasthouden.
Spanning
Spanning
Spanning
Toont het spanningsniveau van het systeem.
Vloeistofniveau
Vloeistofniveau
Vloeistofniveau
Geeft het vloeistofpeil van de isolatievloeistofpomp weer.
• 0%
(Leeg)
• 50%
• 100%
Wanneer kleurwissel is ingeschakeld, geeft dit pictogram het vloeistofpeil van de isolatievloeistofpomp
en de gebruikte verfkleur weer. De kleur op de pomp geeft de inhoud van de pomp weer:
• Lichtblauw = onbekende vloeistof, doorgaans spoelvloeistof.
• Donkerblauw = verf; het verfnummer wordt links van het pictogram getoond.
• Grijs = lucht, gebruikt tijdens het spoelen van het systeem.
Spuitvoorkeuze
Spuitvoorkeuze
Spuitvoorkeuze
Voer een spuitvoorkeuzenummer in om de lucht- en vloeistofdruk van het pistool in te stellen. Het
spuitpistool-symbool geeft aan dat het nummer betrekking heeft op een spuitvoorinstelling:
Om voorkeuze 1 tot 99 te configureren, zie:
Pistole, page
Met voorkeuze 0 kan de operator op elk moment tijdens het gebruik de instellingen aanpassen.
3A8462C
geeft aan dat de aardingsstang omhoog is en het systeem een lading kan
(Vol)
38.
Anpassen der Flüssigkeits- und Lufteinstellungen der
Menugebruik
51
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
