Inhoudsopgave
Advertenties
Repareren
Figure 38 Onderdelen isolatieklep
De
De
De onderdelen
onderdelen van
onderdelen
van de
van
hermonteren
hermonteren
hermonteren
Volg deze procedure om luchtcilinder (227),
montageblok (224), verbindingsstangen (225),
shuttlebehuizing (218) en bodembehuizing (201) te
hermonteren.
Voer deze procedure uit op een vlak oppervlak zodat
de onderdelen goed uitgelijnd zijn. Slecht uitgelijnde
onderdelen kunnen leiden tot prestatieproblemen.
1. Houd de luchtcilinder (227) zodanig dat de
luchtfitting naar voren gericht is. Schuif
de luchtcilinder door het midden van het
montageblok (224). Het montageblok moet vlak
tegen de cilinder passen.
96
de isolatieklep
de
isolatieklep
isolatieklep
2. Gebruik gematigde kracht om de verwijderbare
draadborgingen op de schroefdraden van de
luchtcilinder (227) te zetten.
3. Schroef de borgmoer (229) op de luchtcilinder
(227) tot deze niet meer verder kan. Bevestig
de moer en luchtcilinder in een bankschroef om
aan te draaien. Zorg ervoor dat het montageblok
(224) uitgelijnd blijft met de luchtfitting op de
cilinder.
4. Gebruik een moersleutel op de vlakke zijden
bovenaan de luchtcilinder (227) om de cilinder te
draaien tot de borgmoer (229) is aangehaald.
5. Breng afneembare draadborgingen aan op de
schroefdraden op van de luchtcilinderas (227)
te zetten.
6. Monteer de shuttlebehuizing (218) en
luchtcilinder (227):
a. Schroef de as van de luchtcilinder (227) in
de constructie van de shuttlebehuizing (218)
tot dit goed past.
b. Gebruik om aan te draaien een 9/16 inch of
verstelbare sleutel op het vlakke deel van de
as van de luchtcilinder, en een verstelbare
sleutel op de shuttlekraag. Draai aan in
tegengestelde richtingen.
Note
Let goed op dat u geen krassen op de as
van de cilinder maakt.
7. Bevestig de verbindingsstangen (225) met het
montageblok (224):
a. Haal een verbindingsstang door de
shuttlebehuizing (218) en bevestig ze in het
montageblok (224) met een schroef (233),
borgring (237) en een vlakke sluitring (232).
b. Neem de vlakke zijde van de
verbindingsstang vast met een verstelbare
sleutel. Draai aan de andere kant van het
montageblok de schroef aan tot 13,6 Nm
(120 in-lb).
c. Bevestig de tweede verbindingsstang.
8. Schuif de volledige bodembehuizing (201) op de
verbindingsstangen (225).
9. Maak de bodembehuizing (201) vast in de
verbindingsstangen (225) met een schroef (233),
borgring (237) en vlakke sluitring (232).
10. Neem de vlakke zijde van de verbindingsstang
vast met een verstelbare sleutel. Draai aan de
andere kant van de bodembehuizing (201) de
schroef aan tot 13,6 Nm (120 in-lb) met een
verstelbare sleutel.
3A8462C
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
