Inhoudsopgave
Advertenties
FLUXUS F808
16.3
HybridTrek-mode
De HybridTrek mode verbindt de TransitTime mode en de NoiseTrek mode. Bij een meting in de HybridTrek mode scha-
kelt de transmitter - in functie van het aandeel van gassen en vaste stoffen in het medium - automatisch heen en weer tus-
sen de TransitTime mode en de NoiseTrek mode. Hij doet dit om een geldig meetresultaat te krijgen.
Opmerking!
Aangezien de TransitTime-mode een hogere meetnauwkeurigheid heeft dan de NoiseTrek-mode adviseren wij u bij
voorkeur de TransitTime-mode te gebruiken.
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Enable NoiseTrek
• Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten.
• Druk op ENTER totdat het menupunt Enable NoiseTrek wordt weergegeven.
• Kies aan om de NoiseTrek mode vrij te geven en uit om hem te blokkeren.
• Druk op ENTER.
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Enable NoiseTrek\Auto NoiseTrek
• Kies nee om het automatisch heen en weer schakelen tussen de TransitTime mode en de NoiseTrek mode te deactive-
ren. Als u nee kiest, kan de NoiseTrek mode tijdens de meting alleen handmatig geactiveerd en gedeactiveerd worden.
• Kies ja om het automatisch heen en weer schakelen tussen de TransitTime mode en de NoiseTrek mode te activeren.
Als u ja kiest, kan de NoiseTrek mode tijdens de meting ook handmatig geactiveerd en gedeactiveerd worden.
• Druk op ENTER.
Deze weergave verschijnt alleen als de NoiseTrek-mode is vrijgegeven en de NoiseTrek-parallelstraal-mode niet is geac-
tiveerd.
Als het automatisch omschakelen tussen de TransitTime mode en de NoiseTrek mode geactiveerd is, moeten de om-
schakelparameters geconfigureerd worden.
Spec. functie\...\Auto NoiseTrek\TT-Failed |After
• Toets de tijd in waarna de transmitter bij gebrek aan geldige meetwaarden in de TransitTime-mode moet overschakelen
naar de NoiseTrek-mode. Als u nul intoetst, schakelt de transmitter niet om naar de NoiseTrek-mode.
• Druk op ENTER.
Spec. functie\...\Auto NoiseTrek\NT-Failed |After
• Toets de tijd in waarna de transmitter bij gebrek aan geldige meetwaarden in de NoiseTrek-mode moet overschakelen
naar de TransitTime-mode. Als u nul intoetst, schakelt de transmitter niet om naar de TransitTime-mode.
Als er geldige meetwaarden in de NoiseTrek-mode zijn, kunt u regelmatig overschakelen naar de TransitTime-mode om
te controleren of een meting in de TransitTime-mode weer mogelijk is. U stelt de tijdspanne en de duur van de meting van
de TransitTime mode als volgt in:
Spec. functie\...\Auto NoiseTrek\NT-Ok,but |Each check TT
• Toets de tijd in waarna de transmitter moet overschakelen naar de TransitTime-mode. Als u nul intoetst, schakelt de
transmitter niet om naar de TransitTime-mode.
• Druk op ENTER.
Spec. functie\...\Auto NoiseTrek\Keep TT |For checking
• Toets de tijd in waarna de transmitter bij gebrek aan geldige meetwaarden in de TransitTime-mode moet overschakelen
naar de NoiseTrek-mode.
• Druk op ENTER.
UMFLUXUS_F808V2-2NL, 2020-06-25
NoiseTrek
TransTime
16 Uitgebreide functies
16.3 HybridTrek-mode
129
Advertenties
Inhoudsopgave
