17 SuperUser-mode
17.3 De stromingsparameters vastleggen
17.3.2
Correctie van de stromingssnelheid
Nadat de profielgrenzen zijn vastgelegd, kan er een correctie worden bepaald van de stromingssnelheid:
v
= m · v + n
cor
met
v
–
gemeten stromingssnelheid
m
–
helling, bereik: -2.0...+2.0
n
–
offset, bereik: -12.7...+12.7 cm/s
v
–
gecorrigeerde stromingssnelheid
cor
Alle grootheden die afgeleid zijn van de stromingssnelheid worden dan berekend met de gecorrigeerde stromingssnel-
heid. De correctiegegevens worden bij de online- en offline-overdracht doorgestuurd naar de pc of de printer.
Opmerking!
Tijdens de meting wordt niet aangegeven dat de correctie van de stromingssnelheid is geactiveerd.
Spec. functie\...\Kalibratie\...\Calibration
• Kies aan om de correctiegegevens vast te leggen, uit om zonder correctie van de stromingssnelheid te werken en te-
rug te keren naar het menupunt SYSTEEM inst.
Spec. functie\...\Kalibratie\...\Calibration\Hoek
• Als aan gekozen is, toetst u de helling in. Als u 0.0 intoetst, wordt de correctie gedeactiveerd.
• Druk op ENTER.
Spec. functie\...\Kalibratie\...\Calibration\Offset
• Toets de offset in. Toets nul in om zonder offset te werken.
• Druk op ENTER.
Voorbeeld
Hoek: 1.1
Offset: -10.0 cm/s = -0.1 m/s
Als er een stromingssnelheid v = 5 m/s wordt gemeten, dan wordt zij – voordat er afgeleide grootheden worden bere-
kend – als volgt gecorrigeerd:
= 1.1 · 5 m/s - 0.1 m/s = 5.4 m/s
v
cor
Voorbeeld
Hoek: -1.0
Offset: 0.0
Alleen het voorteken van de meetwaarden verandert.
Opmerking!
De correctiegegevens worden pas bewaard als er een meting wordt gestart. Als de transmitter wordt uitgeschakeld
zonder dat er een meting is gestart, dan gaan de ingevoerde correctiegegevens verloren.
Opmerking!
De correctie van de stromingssnelheid blijft actief na het deactiveren van de SuperUser-mode.
144
FLUXUS F808
2020-06-25, UMFLUXUS_F808V2-2NL