3 Grondbeginselen
3.2 Meetopstellingen
3.1.4
De stromingssnelheid meten in de HybridTrek-mode
De HybridTrek mode verbindt de TransitTime mode en de NoiseTrek mode. Bij een meting in de HybridTrek-mode scha-
kelt de transmitter – al naar gelang het aandeel van gassen en vaste stoffen in het medium – automatisch heen en weer
tussen de TransitTime-mode en de NoiseTrek-mode.
De meetopstelling is identiek als die van de TransitTime-mode.
3.1.5
De stromingssnelheid meten in de NoiseTrek-parallelstraal-mode
Bij buizen met een kleine buisdiameter of bij media die het ultrasoon signaal sterk dempen, kan de looptijd in het medium
zo kort worden dat de signaalkwaliteit niet meer voldoende is. In dit geval moet de NoiseTrek-parallelstraal-mode worden
gebruikt.
De NoiseTrek-parallelstraal-mode werkt op dezelfde wijze als de NoiseTrek-mode. De ultrasone signalen worden echter
door verschillende sensoren verzonden of ontvangen. Dit levert een betere signaalkwaliteit op. De sensoren worden op
korte afstand naast elkaar aangebracht op de buis, zie Afb. 3.5.
Met deze meetopstelling kan niet worden gemeten in de TransitTime-mode.
Afb. 3.5:
Meetopstelling in de NoiseTrek-parallelstraal-mode
3.2
Meetopstellingen
3.2.1
Begrippen
Doorstralingsopstelling
De sensoren zijn aan de tegenover elkaar liggende zijden van de
buis gemonteerd.
Meetpad
De weg die het ultrasone signaal aflegt als het de buis eenmaal doorkruist. Het aantal weglengten is:
• oneven als de meting wordt verricht in de diagonale mode
• en oneven als de meting wordt verricht in de reflex mode
Straal
De weg die het ultrasone signaal aflegt tussen de sensoren – de sensor die het ultrasone signaal uitzendt en de sensor
die het ontvangt. Een straal bestaat uit 1 of meerdere weglengten.
Afb. 3.6:
Doorstralingsopstelling met 1 straal
en 3 meetpaden
14
Reflectieopstelling
De sensoren zijn aan dezelfde zijde van de buis gemonteerd.
Afb. 3.7:
Reflectieopstelling met 1 straal
en 4 meetpaden
FLUXUS F808
2020-06-25, UMFLUXUS_F808V2-2NL