PROBLEEM
SHAKEGEDEELTE
MOGELIJKE
OORZAAK
20. De mixpomp draait
constant in de
AUTO-modus.
21. De siroop kan niet
a. De pompslang is
worden geijkt of er
opgevouwen.
klopt iets niet met
b. De
de ijkwaarden.
sirooptemperatuu
r is te koud.
c. Dikke siroop
onderaan in
siroopbak.
d. Sirooplek.
e. De siroopslangen
stemmen niet
overeen met de
siroopsmaak of
zijn niet juist
aangesloten.
f. De
siroopslangkoppe
ling aan de
vriezerdeuraanslu
iting is verstopt.
g. De siroopslang is
samengeknepen
of zit gekneld.
SOFTIJSGEDEELTE
BEIDE GEDEELTEN
MOGELIJKE OORZAAK
MOGELIJKE OORZAAK
a. De tapstaaf is niet
volledig gesloten.
OPLOSSING
a. Doe de taphendel omhoog,
zodat de tapstaaf volledig
gesloten is.
a. Vervang de slang.
b. Laat de siroop opwarmen
alvorens ze te gebruiken.
Opmerking: Laat de siroop
nooit bevriezen. Plaats een
reservesiroopbak in de buurt
van het apparaat, zodat de
sirooptemperatuur kan
stabiliseren alvorens de siroop
te gebruiken.
c. Goed schudden voor gebruik.
d. Inspecteer het siroopsysteem
op lekken.
e. De kleur van de siroopslang
en –kap moet overeenkomen
met de kleur van de
siroopbak. Zorg ervoor dat de
slang correct aangesloten is.
f. Reinig de
siroopslangkoppeling.
g. Pas het slangparcours aan,
zodat de slang niet meer
samengenepen wordt of
gekneld zit.
BLZ.
37
59
47
47
- - -
61
47
47