Veiligheidswaarschuwingen
2. Veiligheidswaarschuwingen
Deze veiligheidswaarschuwingen zijn een indicatieve aanwijzingen voor een veilige werkwijze en moeten worden
opgevolgd. Bovendien vervangen ze niet de lokale veiligheidsprocedures in de regio waar het instrument gebruikt wordt.
Lees deze veiligheidswaarschuwingen alvorens het meetinstrument te gebruiken. Bewaar als naslagwerk. Het instrument
mag alleen worden bediend door goed opgeleide en bevoegde personen. De bescherming die geboden wordt door het
instrument, de meetsnoeren of sondes kan in het gedrang komen als deze niet gebruikt worden zoals aangegeven door de
fabrikant.
2.1
Waarschuwingen en opmerkingen
Deze gebruikershandleiding volgt de internationaal erkende definitie van waarschuwingen, let op-berichten
en opmerkingen. Deze instructies moeten altijd worden opgevolgd.
Beschrijving
GEVAAR:
GEVAAR:
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd, kan leiden tot de dood,
ernstig letsel of gezondheidsproblemen.
WAARSCHUWING: Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd, kan leiden
tot de dood, ernstig letsel of gezondheidsproblemen.
LET OP:
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd, kan leiden tot letsel of
gezondheidsproblemen.
PAS OP: Geeft een situatie aan die kan leiden tot schade aan de apparatuur of de omgeving.
OPMERKING: Geeft belangrijke instructies aan die moeten worden opgevolgd om het relevante proces
veilig en efficiënt uit te voeren.
2.2
Veiligheidswaarschuwingen
Lees deze veiligheidswaarschuwingen alvorens het meetinstrument te gebruiken. Bewaar als naslagwerk.
WAARSCHUWING: Het instrument mag alleen worden bediend door goed opgeleide en bevoegde personen.
Wanneer het instrument anders dan op de door de fabrikant voorgeschreven wijze wordt gebruikt, kan dit de
veiligheid in gevaar brengen.
Gebruikers van deze apparatuur en hun werkgevers worden erop attent gemaakt dat de lokale wetgeving inzake gezondheid
en veiligheid vereist dat ze geldige risicobeoordelingen moeten uitvoeren voor alle elektrotechnische werkzaamheden, zodat
de potentiële gevarenbronnen en het daarmee gepaard gaande elektrische letselgevaar, zoals bij kortsluiting, kunnen worden
geïdentificeerd. Wanneer blijkt dat het risico aanzienlijk is, moeten er mogelijk gezekerde meetsnoeren worden gebruikt.
Vervangende zekeringen moeten van het juiste type en ampèrage zijn. Als u geen zekering van het juiste ampèrage plaatst,
resulteert dit in een brandgevaarlijke situatie en raakt het instrument beschadigd bij overbelasting.
Bedien het instrument niet of sluit het niet aan op een extern systeem als er zichtbare tekens van schade zijn of als het lange
periodes in een omgeving opgeslagen heeft gelegen, die buiten de specificaties valt.
Dit product is niet intrinsiek veilig. Niet in een explosiegevaarlijke atmosfeer gebruiken.
Het circuit dat wordt getest moet zijn uitgeschakeld, de stroom moet ervan af worden gehaald, het moet veilig zijn geïsoleerd
en er moet worden gecontroleerd of echt alle stroom eraf is voordat testverbindingen worden gemaakt bij het uitvoeren van
isolatie- en continuïteitstests.
De continuïteit van beschermende geleiders en de geaarde equipotentiaalverbinding van nieuwe of aangepaste installaties moet
worden gecontroleerd voordat een lusimpedantie voor aardfouten of een aardlekschakelaartest wordt uitgevoerd.
Na een isolatieweerstandstest moet het instrument aangesloten blijven tot het circuit is ontladen naar een veilige spanning.
Het instrument ontlaadt het circuit niet na een isolatieweerstandstest als de test is vergrendeld.
In dit geval moet het circuit op een andere manier worden ontladen.
Raak de circuitverbindingen en het onbeschermde metaalwerk van een geteste installatie of apparaat niet aan.
Bij storingen kan de systeemaarde onder stroom komen te staan.
Raak de aardingspinnen, meetsnoeren of hun uiteinden niet aan (inclusief verbindingen met het aardingssysteem dat getest
wordt) als er een installatie-aardingsfout kan ontstaan, tenzij adequate voorzorgsmaatregelen worden genomen.
De voltmeterfunctie werkt alleen als het instrument is ingeschakeld en goed werkt.
Test voor en na gebruik altijd een bekende spanning om te controleren of het instrument correct werkt. Gebruik het instrument
niet als er onjuiste resultaten zijn verkregen.
12
MFT-X1
www.megger.com