Aardingsweerstandsmetingen
9.1.2 Blokkering van een aardingstest
Het testen is niet mogelijk als het instrument een externe spanning detecteert die hoger is dan 7 V RMS.
9.1.3 Tweepolige aardingsweerstandsmetingen
Afb.26: 2P aarde startscherm
Voor dit type test moet de aardelektrode worden losgekoppeld van de installatie of apparatuur die wordt
beschermd, maar voordat u dit doet, dient u de waarschuwing aan het begin van deze paragraaf te lezen Zie 9.
Aardingsweerstandsmetingen op pagina 39. Deze test maakt gebruik van één testpen die idealiter in de aarde
moet worden gedreven op een afstand van 30 m van de te testen elektrode, wat de maximale afstand is die mogelijk is
met het meegeleverde meetsnoer. Indien nodig kan de testpen dichter bij de te testen elektrode worden geplaatst, maar
niet minder dan 2 m van de elektrode vandaan. De testaansluitingen worden gemaakt op de te testen elektrode en op
de elektrode. Deze methode levert niet de meest nauwkeurige resultaten op, maar is nuttig om te controleren of de
aardelektrode correct werkt.
9.1.4 Driepolige aardingsweerstandsmetingen zonder stroomtang
Afb.27: 3P aarde
Voor dit type test moet de aardelektrode worden losgekoppeld van de installatie of apparatuur die wordt
beschermd, maar voordat u dit doet, moet u de waarschuwing aan het begin van deze paragraaf lezen Zie 9.
Aardingsweerstandsmetingen op pagina 39. Deze test gebruikt twee testpennen. De testpennen zijn identiek,
maar voor het gemak wordt een ervan de stroompen genoemd en de andere de potentiaalpen (of spanningspen). De
stroompen moet idealiter op 30 m afstand van de te testen elektrode in de aarde worden gedreven, wat de maximale
afstand is die mogelijk is met het meegeleverde meetsnoer. Indien nodig kan de stroompen dichter bij de te testen
elektrode worden geplaatst, maar een grotere afstand geeft nauwkeurigere resultaten. De afstand tussen de te testen
elektrode en de stroomelektrode mag niet kleiner zijn dan 2 m. De potentiaalpen wordt halverwege tussen de te testen
elektrode en de stroompen in de aarde gedreven. Er worden testaansluitingen gemaakt op de te testen elektrode en op
de twee pennen, waarna een weerstandsmeting wordt uitgevoerd. De meting wordt nog twee keer herhaald, één keer
met de potentiaalpen 10% dichter bij de te testen elektrode en één keer 10% verder weg. De resultaten van alle drie de
metingen moeten bijna hetzelfde zijn. Als dit niet het geval is, kan het nodig zijn om de lokale bodemomstandigheden
te onderzoeken. Neem voor meer advies contact op met de technische ondersteuning van Megger.
Driedraads-aardingsweerstandsmetingen zijn nauwkeuriger en betrouwbaarder dan tweedraads metingen, maar het
duurt langer om ze uit te voeren.
40
MFT-X1
www.megger.com