Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van
de afbeelding in het vak Preview.
Sleep met de
muisaanwijzer over
het gedeelte dat
u wilt scannen
7
U wijzigt de scanopties in de vakken Image Quality en Scan Area.
•Image Quality (Beeldkwaliteit): kleurcompositie en scanresolutie
selecteren voor de afbeelding.
•Scan Area (Scangebied): paginaformaat selecteren. Klik op de
knop Advanced (Geavanceerd) als u het paginaformaat
handmatig wilt instellen.
Als u vooraf ingestelde scanopties wilt gebruiken, klikt u op Job
Type (Taaksoort) en selecteert u een taaksoort uit de keuzelijst. Zie
voor meer informatie over vooraf ingestelde taaksoorten pagina 38.
Klik op Default (Standaard) als u de standaardinstellingen van de
scanopties wilt herstellen.
8
Klik op Scan (Scannen) nadat u alle opties hebt ingesteld.
Links onder in het venster verschijnt een statusbalk die de
voortgang van het scanproces aangeeft. Als u het scannen wilt
annuleren, klikt u op Cancel (Annuleren).
9
De gescande afbeelding verschijnt op het nieuwe tabblad Image
Manager (Afbeeldingen beheren).
Op de werkbalk vindt u diverse functies voor het bewerken van de
gescande afbeelding. Zie voor meer informatie over het bewerken
van een gescande afbeelding pagina 38.
10
11
12
Instellingen voor taaksoorten toevoegen
U kunt gekozen scanopties opslaan zodat u deze later voor scantaken
kunt gebruiken.
Zo slaat u een nieuwe taaksoort op:
1
2
3
4
Zo slaat u instellingen op voor de volgende scantaak:
1
2
Zo verwijdert u een opgeslagen taaksoort:
1
2
Werken met Image Manager
In de toepassing Image Manager (Afbeeldingen beheren) vindt u
menuopties en knoppen voor de bewerking van gescande afbeeldingen.
38
Uw printer gebruiken onder Linux
Als u klaar bent, klikt u op Save (Opslaan) in de werkbalk.
Selecteer de map waarin u de afbeelding wilt opslaan en voer de
bestandsnaam in.
Klik op Save.
Wijzig de opties in het venster Scanner Properties (Eigenschappen
scanner).
Klik op Save As (Opslaan als).
Voer een naam in voor de gekozen instellingen.
Klik op OK.
De instellingen worden toegevoegd aan de keuzelijst Saved
Settings (Opgeslagen instellingen).
Selecteer de gewenste instelling in de keuzelijst Job Type
(Taaksoort).
Klik op Save (Opslaan).
De volgende keer dat u het venster Scanner Properties opent, zijn
de opgeslagen instellingen automatisch geselecteerd voor de
scantaak.
Selecteer de instelling die u wilt verwijderen in de keuzelijst Job
Type (Taaksoort).
De instelling wordt verwijderd uit de lijst.
Met deze knoppen
bewerkt u de
afbeelding.