Inhoudsopgave
Advertenties
• Laag energieverbruik naar slaapmodus: Hiermee worden alle
ventilatoren na een bepaalde tijd uitgeschakeld, ook de ventilator
voor de fusereenheid.
7
Druk op OK.
De standaardlade en het papier instellen
U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken
voor uw afdruktaken. (Pagina 9.2)
1
Druk op Instellingen op het bedieningspaneel.
2
Druk op Beheerinstelling.
3
Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Pagina 3.3)
4
Druk op het tabblad Algemeen.
5
Druk op de pijl omlaag om naar het volgende scherm te gaan en druk
op Ladebeheer.
6
Selecteer een lade en de bijbehorende opties, zoals het papierformaat
en de papiersoort.
7
Druk op OK.
Opmerking
Als de optionele lade niet is geïnstalleerd, worden de opties voor
deze lade grijs weergegeven op het scherm.
De standaardinstellingen wijzigen
U kunt de standaardwaarden voor kopiëren, faxen, e-mailen, scannen
en het papier allemaal tegelijk instellen.
1
Druk op Instellingen op het bedieningspaneel.
2
Druk op Beheerinstelling.
3
Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Pagina 3.3)
4
Druk op het tabblad Algemeen > Standaardinstellingen >
Standaardoptie.
5
Druk op de functie die u wilt wijzigen en wijzig de instellingen.
Als u bijvoorbeeld de standaardinstelling voor helderheid en
tonerdichtheid voor een kopieertaak wilt wijzigen, drukt u op Kopie >
Tonersterkte en past u de helderheid en tonerdichtheid aan.
6
Druk op OK.
Informatie over het toetsenbord
U kunt alfabetische tekens, cijfers of speciale symbolen invoeren met het
toetsenbord op het aanraakscherm. Dit toetsenbord is speciaal ingedeeld
zoals een normaal toetsenbord om het gebruiksgemak te vergroten.
Wanneer u het invoergebied aanraakt waar u tekens moet invoeren,
verschijnt het toetsenbord op het scherm. Op het toetsenbord worden
standaard kleine letters weergegeven.
Links/rechts: Hiermee verplaatst u de cursor tussen tekens
1
in het invoergebied.
Backspace: Hiermee verwijdert u het teken links naast de cursor.
2
Delete: Hiermee verwijdert u het teken rechts naast de cursor.
3
Wissen: Hiermee verwijdert u alle tekens uit het invoergebied.
4
Invoergebied: Typ letters op deze lijn.
5
Verschuiv.: Hiermee schakelt u tussen kleine letters en hoofdletters.
6
Symbolen: Hiermee schakelt u tussen alfanumerieke tekens
7
en symbolen.
Spatie: Hiermee voert u een spatie in tussen tekens.
8
OK: Hiermee slaat u het ingevoerde resultaat op en sluit u het
9
invoergebied.
10 Annul.: Hiermee annuleert u het ingevoerde resultaat en sluit
u het invoergebied.
Opmerking
Als u een e-mailadres invoert, verschijnt het toetsenbord
voor e-mailberichten. Nadat u het adres hebt ingevoerd,
drukt u op OK om het ingevoerde adres te activeren. Druk
op de pijltoets aan de zijkant om te navigeren tussen Van,
Aan, CC, BCC, Onderwerp, Bericht in deze volgorde.
3.5
<Aan de slag>
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
