Inhoudsopgave
Advertenties
3
Aan de slag
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
•
De hardware instellen
•
Het netwerk instellen
•
De software installeren
•
Basisinstellingen van het apparaat
•
Informatie over het toetsenbord
De hardware instellen
In deze sectie komen de stappen aan de orde waarmee u de hardware
instelt, die worden beschreven in de Beknopte installatiehandleiding.
Lees de Beknopte installatiehandleiding en voer de volgende stappen uit.
1
Kies een stabiele plaats.
Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie.
Zorg dat u kleppen en papierladen gemakkelijk kunt openen. U kunt met
het apparaat afdrukken tot op een hoogte van 2.500 m. Raadpleeg de
algemene instellingen voor Luchtdrukaan-passing op pagina 9.2.
Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar niet
in direct zonlicht, vlakbij een warmte- of koudebron of op een vochtige
plek. Plaats de printer niet vlakbij de rand van een bureau of tafel.
Het horizontale vlak mag een afwijking van maximaal 5 mm hebben
van voor naar achter en van links naar rechts.
2
Haal het apparaat uit de verpakking en controleer of alle onderdelen
zijn meegeleverd.
3
Verwijder de tape en houd het apparaat daarbij goed vast.
4
Installeer de tonercassette en de drumcassette.
5
Plaats papier. (Pagina 4.5)
6
Controleer of alle kabels op de juiste wijze zijn aangesloten op het
apparaat.
7
Zet het apparaat aan.
Opmerking
Als u de printer verplaatst, mag u deze niet ondersteboven
of op zijn kant leggen. De binnenzijde van de printer kan
verontreinigd zijn door tonerpoeder waardoor er schade aan
uw printer kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
Het netwerk instellen
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het in te
stellen als netwerkprinter. U kunt de basisnetwerkinstellingen opgeven
via het aanraakscherm van het apparaat.
Opmerking
• Als u de USB-kabel wilt gebruiken, sluit u de kabel aan tussen
een computer en het apparaat. Raadpleeg de sectie Software
voor informatie over het installeren van de software.
• Raadpleeg de beknopte netwerkprinterhandleiding of
de onlinegebruikershandleiding op de cd-rom met
netwerkhulpprogramma's voor uitgebreide informatie over
de netwerkinstellingen.
3.1
<Aan de slag>
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
