6
Faxen (Optioneel)
Dit hoofdstuk bevat informatie over het gebruik van het apparaat als fax.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
•
Het faxen voorbereiden
•
Informatie over het faxscherm
•
Een fax verzenden
•
Een fax ontvangen
•
De documentinstellingen aanpassen
•
Een faxtelefoonboek instellen
•
De pollingoptie gebruiken
•
Een postvak gebruiken
•
Een rapport afdrukken na het verzenden van een fax
•
Faxen verzenden tijdens daluren
•
Documenten toevoegen aan een uitgestelde faxtaak
•
Een ontvangen fax doorsturen naar een andere bestemming
Opmerking
Als u de geavanceerde functies van de fax wilt gebruiken, drukt
u op Instellingen op het bedieningspaneel en kiest
u Beheerinstelling > Instelling > Fax instellen. (Pagina 9.4)
Het faxen voorbereiden
Voordat u een fax kunt verzenden of ontvangen, moet het meegeleverde
telefoonsnoer aansluiten op een telefoonaansluiting. Raadpleeg de
Beknopte installatiehandleiding voor informatie over het aansluiten van het
snoer. De wijze waarop u een telefoonsnoer aansluit, varieert per land.
Opmerking
Als u de faxfunctie wilt toevoegen aan het apparaat, controleert
u de lijst met opties (pagina 12.1) en neemt u contact op met
de leverancier om deze optie te bestellen. Wanneer u een faxkit
aanschaft, installeert u de kit volgens de procedure in de
Faxkit-installatiehandleiding die wordt meegeleverd in de kit.
Nadat u de faxkit hebt geïnstalleerd, stelt u het apparaat in op
het gebruik van deze functie. (Pagina 13.3)
Informatie over het faxscherm
Als u de faxfunctie wilt gebruiken, drukt u op Fax in het hoofdscherm. Als er
een ander menu wordt weergegeven op het scherm, drukt u op (
naar het hoofdscherm te gaan.
Opmerking
Als de optionele faxfunctie niet is geïnstalleerd, wordt het
faxpictogram niet weergegeven in het hoofdscherm.
Tabblad Basis
• Invoergebied voor faxnummer: Hier wordt het faxnummer van de
ontvanger weergegeven dat u invoert met behulp van het numerieke
toetsenblok op het bedieningspaneel. Als u het telefoonboek hebt
geconfigureerd, drukt u op Individueel of Groep. (Pagina 6.6)
• 0 toevoegen: Hiermee kunt u bestemmingen toevoegen.
•
: Hiermee verwijdert u het laatst ingevoerde cijfer.
•
: Hiermee verwijdert u alle cijfers van het geselecteerde nummer.
• Verwijderen: Hiermee verwijdert u het geselecteerde faxnummer.
• Alles verwijd.: Hiermee verwijdert u alle faxnummers uit het
invoergebied.
• Adres: Hiermee haalt u veelgebruikte faxnummers rechtstreeks
op uit het apparaat of via SyncThru Web Service. (Pagina 6.7)
• Dubbelzijdig: Hiermee stelt u in of één zijde of beide zijden van
het origineel worden gefaxt.
• Resolutie: Hiermee past u de resolutieopties aan.
Tabblad Geavanceerd
• Formaat van origineel: Hiermee selecteert u het formaat van het
originele document. Druk op OK om de huidige instelling bij te
werken.
) om
• Uitgesteld verzenden: Hiermee stelt u in dat een fax automatisch
op een later tijdstip wordt verzonden. (Pagina 6.3)
• Prioritair verzenden: Hiermee verzendt u een urgente fax voordat
er geplande taken worden uitgevoerd. (Pagina 6.4)
• Polling: Hiermee kunt u een document op verzoek van de ontvanger
vanaf een andere locatie faxen wanneer u afwezig bent of de
ontvanger afwezig is. Als u de pollingfunctie wilt gebruiken, moeten
de originelen al in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen.
(Pagina 6.7)
6.1
<Faxen (Optioneel)>