• Fijn: Deze instelling wordt aanbevolen voor originelen met kleine
tekens, dunne lijnen of tekst die met een matrixprinter is afgedrukt.
• Superfijn: Deze instelling wordt aanbevolen voor originelen met
bijzonder fijne details. Deze optie wordt alleen ingeschakeld als
het ontvangende apparaat ook ondersteuning biedt voor de
resolutie Superfijn.
Opmerking
Als u verzendt vanuit het geheugen is de modus Superfijn niet
beschikbaar. De resolutie-instelling wordt automatisch gewijzigd
in Fijn.
Type origineel
U kunt het documenttype van het origineel instellen om de kwaliteit te
verbeteren van het document dat wordt gescand.
Druk op het tabblad Fax > Afbeelding > Type origineel. Selecteer de
gewenste optie op het scherm en druk op OK.
• Tekst: Instelling voor originelen met tekst of lijntekeningen.
• Tekst/Foto: Instelling voor originelen met tekst en foto's.
• Foto: Instelling voor foto's met continue tinten.
Tonersterkte
U kunt de tonerdichtheid van het originele document selecteren.
Druk op het tabblad Fax > Afbeelding > Tonersterkte. Druk op de pijl
naar rechts om de tonerdichtheid te verhogen en druk op OK.
Achtergrond wissen
Wanneer u originelen op gekleurd papier of krantenknipsels scant, kunt
u donkere achtergronden lichter maken, verminderen of verwijderen.
Druk op het tabblad Fax > Afbeelding > Achtergrond wissen. Druk op
Aan om deze functie te activeren en druk op OK.
Opmerking
Achtergrond wissen wordt uitgeschakeld als Type origineel is
ingesteld op Foto.
Kleurmodus
Met deze functie kunt u een kleurenfax verzenden. Deze functie is alleen
van toepassing wanneer u een fax verzendt met Hoorn op de haak op
het bedieningspaneel.
Druk op het tabblad Fax > Afbeelding > Kleurmodus. Selecteer een
optie en OK.
• Mono: Hiermee verzendt u een zwart-witfax.
• Kleur: Hiermee verzendt u een kleurenfax.
Opmerking
Kleurmodus-faxen worden alleen ondersteund wanneer
u handmatig faxen verzendt. (Pagina 6.3)
Een faxtelefoonboek instellen
Met deze functie kunt u namen van bestemmingen, faxnummers en
verzendinstellingen opslaan in het apparaat. U beschikt over twee opties:
Individueel en Groep.
• Individueel: Hier kunt u maximaal 200 faxnummers opslaan. Faxnummers
die hier worden opgeslagen, werken als Snelkiesnummer.
• Groep: Hiermee maakt u groepen als u regelmatig een zelfde document
moet verzenden naar meerdere bestemmingen. U kunt maximaal
100 groepskiesnummers opslaan. U kunt de nummers die u hier opslaat,
alleen selecteren in de verzendlijst op het tabblad Basis van Fax. U kunt
ook een Groep kiezen door verschillende afzonderlijke nummers in te
stellen.
Faxnummers die worden opgeslagen in Individueel, werken als
Snelkiesnummer.
Afzonderlijke faxnummers opslaan
(Snelkiesnummer)
1
Druk op het tabblad Fax > Basis > Individueel.
• Bewerken: Hiermee worden de instellingen voor Id Snelkiesnummer
en Faxnummer gewijzigd.
• Nieuw: Hiermee maakt u het nieuwe Snelkiesnummer.
• Verwijd.: Hiermee verwijdert u het geselecteerde Snelkiesnummer.
• Zoeken: Hiermee zoekt u het faxnummer dat is opgeslagen in het
telefoonboek voor afzonderlijke nummers. Voer een Id in wanneer
het toetsenbord verschijnt.
• Detail: Hiermee geeft u gegevens weer voor Id Faxnummer en
eventueel de groep waartoe het nummer behoort. (Pagina 6.6)
• Toep.: Hiermee plaatst u het geselecteerde faxnummer in de
verzendlijst voor de fax op het tabblad Basis.
• Annul.: Hiermee annuleert u de taak en gaat u terug naar het
vorige scherm.
2
Druk op Nieuw.
6.6
<Faxen (Optioneel)>