Ondersteunde besturingssystemen
De volgende tabel toont de netwerkomgevingen die het apparaat ondersteunt:
Item
Netwerkinterface
10/100 Base-TX
Netwerkbesturings-
Novell NetWare 4.x, 5.x, 6.x
systeem
Windows 98/Me/NT 4.0/2000/XP/2003
Diverse Linux-besturingssystemen
Macintosh 10.3 ~ 10.4
Netwerkprotocollen
IPX/SPX
TCP/IP
EtherTalk
Dynamische-
DHCP, BOOTP
adresseringsserver
Het netwerkprotocol configureren via het apparaat
Voer de stappen uit die verderop worden weergegeven om de TCP/IP-
netwerkparameters in te stellen. Als u NetWare en AppleTalk wilt instellen,
raadpleegt u de onlinegebruikershandleiding die op de cd-rom met
netwerkhulpprogramma's staat.
1
Zorg dat het apparaat is aangesloten op het netwerk met een
RJ-45 Ethernet-kabel.
2
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
3
Druk op Instellingen op het bedieningspaneel.
4
Druk op Beheerinstelling.
5
Typ het wachtwoord wanneer het aanmeldingsbericht verschijnt.
Wanneer u het invoergebied voor het wachtwoord aanraakt, verschijnen
er vraagtekens. Voer het wachtwoord in met het numerieke toetsenblok
op het bedieningspaneel. Druk op OK wanneer u het wachtwoord hebt
ingevoerd. (Fabrieksinstellingen: 1111.)
6
Druk op het tabblad Instelling > Netwerkinstellingen.
7
Selecteer TCP/IP-protocol.
8
Druk op IP-instelling.
9
Selecteer Statisch en vul vervolgens de adresvelden IP-adres,
Subnetmasker en Gateway in. Raak het invoergebied aan en voer de
adressen in met het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel.
Vereisten
3.2
Opmerking
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u niet weet
welke instellingen u moet opgeven.
10 Druk op OK.
Opmerking
U kunt de netwerkinstellingen ook opgeven via de
netwerkbeheerprogramma's. Raadpleeg de gebruikershandleiding
op de meegeleverde cd-rom met netwerkhulpprogramma's.
• SyncThru™ Web Admin Service: Webgebaseerd
printerbeheersysteem voor netwerkbeheerders. Met SyncThru™
Web Admin Service kunt u de netwerkapparatuur op een
efficiënte manier beheren, netwerkprinters op afstand controleren
en problemen met deze printers oplossen vanaf elke locatie met
internettoegang in het bedrijf.
• SyncThru™ Web Service: Een embedded webserver voor uw
netwerkprintserver om:
- netwerkparameters in te stellen die nodig zijn om het apparaat
te verbinden met verschillende netwerkomgevingen;
- e-mailinstellingen aan te passen en een adresboek te installeren
voor scannen naar e-mail;
- serverinstellingen aan te passen en een adresboek te installeren
voor scannen naar FTP- of SMB-servers;
- instellingen voor afdrukken, kopiëren en faxen aan te passen.
• SetIP: Hulpprogramma waarmee u een netwerkinterface kunt
selecteren en handmatig IP-adressen kunt configureren voor
gebruik met het TCP/IP-protocol.
De software installeren
U moet de apparaatsoftware installeren als u wilt afdrukken, kopiëren,
faxen en scannen. De software bestaat uit stuurprogramma's, toepassingen
en andere gebruiksvriendelijke programma's.
Opmerking
De volgende procedure geldt voor het besturingssysteem
Windows XP. De procedure die u moet volgen en het
pop-upvenster dat verschijnt tijdens de installatie, kunnen
verschillen afhankelijk van het besturingssysteem,
de printerfunctie of de interface die wordt gebruikt.
(Raadpleeg de sectie Software.)
1
Controleer of de netwerkinstellingen voor het apparaat zijn voltooid.
(Pagina 3.1) Sluit alle toepassingen op de computer voordat u begint
met de installatie.
2
Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van
de computer.
3
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster
weergegeven. Klik op Volgende.
<Aan de slag>