7.19 Selectie digitale ingang
De analoge ingang kan worden gebruikt als een digitale
ingang. Dit wordt geprogrammeerd in Menu 57. Er
zijn 4 verschillende functies:
• Invoer draairichtingsensor voor remfuncties. Zie
§ 7.14, pagina 46.
• Extern laag toerental commando. Zie § 7.15.1,
pagina 48.
• Jog-functies rechtsom of linksom ingeschakeld. Zie
§ 7.25, pagina 61.
Fig. 53 toont hoe de ingang voor spanning- of stroom-
sturing moet worden ingesteld met jumper J1 op de
controlprint. De standaardinstelling voor J1 is span-
ningsregeling.
J2
J1
I
U
I
U
Fig. 53 Instellen van J1 voor stroom- of spanningsingang.
Fig. 54 toont een bedradingsvoorbeeld voor de analoge
ingang als deze wordt gebruikt als digitale ingang.
Open
Gesloten
Fig. 54 Bedrading voor laag toerental via externe ingang.
OPMERKING! Als de hoofdfunctie Analoge Regeling is
geprogrammeerd (zie § 7.8, pagina 41) dan kan de analoge
ingang niet worden gebruikt als digitale signaalingang.
Menu 57 wordt dan automatisch ingesteld op OFF.
0 5 7
o F
F
Fabrieksinst
oFF
Instelbereik
oFF, 1-4
Geen digitale ingangsregeling
oFF
Draairichtingsensor voor remfuncties
1
Laag toerentalfunctie
2
3
Jog-commando rechtsom
Jog- commando linksom
4
J2
J1
I
U
I
U
Digitale ingang selectie
OPMERKING! Het Jog- commando rechtsom of linksom
moet ingeschakeld zijn, zie § 7.25, pagina 61.
Afhankelijk van de selectie in menu 57, wordt menu 58
gebruikt om het aantal flanken te programmeren. De
flanken kunnen worden gegenereerd door een externe
sensor (fotocel, microschakelaar etc.).
0 5 8
1
Fabrieksinst
1
Instelbereik
1-100
Als Menu 57=1.
Een positieve of negatieve flank bij de analoge
ingang van een draairichtingsensor geeft een sig-
naal om de remspanning te stoppen.
Als Menu 57=2
Het aantal flanken dat moet worden genegeerd
door de ingang voor het lage toerental, voordat een
start of stop wordt uitgevoerd op een laag toeren-
tal.
FUNCTIONELE BESCHRIJVING SET-UP MENU
Digitale ingangspulsen
53