Metingen op ECHOSOFT
6.1.9 cVEMP spiercontractie niveau
6.1.9.0 Tijdens de meting
De cVEMP-afwijzing is gebaseerd op de contractie van de sternocleidomastoïde spier (SCM) en is daarom afhanke-
lijk van de patiënt. Deze moet bij elke meting worden aangepast.
De meter linksonder op het scherm toont het spiercon-
tractieniveau van de patiënt. De contractiezone (in
groen) geeft het bereik van de spiercontractie (µV) aan
dat als correct wordt beschouwd voor gegevensverwer-
ving. Als het contractieniveau buiten dit bereik valt,
wordt het signaal geweigerd.
Als de patiënt in rust is, moet de meter rood zijn en mag
hij niet significant bewegen vanaf 0 µVolt.
Als de patiënt weeën krijgt, moet de meter toenemen en
groen worden als hij de weeënzone bereikt. Deze zone
kan handmatig worden aangepast (door de muiscursor
erop te plaatsen) of worden bepaald door het automati-
sche kalibratieproces.
De automatische methode maakt het in een eerste fase mogelijk om de spieractiviteit van de patiënt in rust te meten.
In een tweede fase moet de patiënt in rugdecubitus gaan liggen en wordt zijn activiteit geëvalueerd wanneer hij de SCM-
spier samentrekt. Dit bepaalt het ideale contractieniveau voor metingen van goede kwaliteit. Zelfs als de operator de
instellingen handmatig wil uitvoeren, is het raadzaam om eerst een automatische kalibratie uit te voeren.
Automatisch kalibratieproces:
1 - Selecteer het oor waarop je de meting wilt starten
2 - Controleer of de impedanties goed zijn
3 - Klik op de knop " Automatisch kalibreren ".
4 - De software start met " rust kalibratie ", vraag de patiënt om te ontspannen en klik dan op " Start ".
5 - Wanneer het 100% bereikt, wacht de software op een " Gecontracteerde kalibratie", vraagt de patiënt om zich in
rugligging te plaatsen en klik dan op " Starten ".
6 - Als de vervroeging 100% bereikt, kun je de patiënt vertellen dat hij de wee moet loslaten.
Als de software geen fouten weergeeft, kunt u doorgaan met de metingen
Als de software "De contractie is te laag" aangeeft, be-
tekent dit dat het verschil in spieractiviteit tussen de
rustpositie en de rugligging niet voldoende is om de me-
tingen correct uit te voeren.
Zorg ervoor dat de patiënt zit en correct in rugligging is geplaatst. Start de kalibratieprocedure opnieuw vanaf het begin.
Deze procedure moet worden herhaald wanneer u van oorzijde verandert
6.1.9.1 Verwerking van weeën na de meting
ELIOS
Gebruikershandleiding
ECH001XN115-A5 NL- 2024/01
6.1 Evoked potential-module (ABR, ECochG en VEMP)
Geldig krimpgebied
Geldig krimpgebied
117