Metingen op ECHOSOFT
6.6.5 Hulp bij het berekenen van maskers
Het vierde tabblad van het audiometrievenster geeft toegang tot de meetgeschiedenis van de patiënt. Een dubbelklik
op de datum van de meting geeft deze op de achtergrond weer (in transparantie) om de huidige meting te vergelijken met
de geselecteerde meting.
Het automatische berekeningssysteem is alleen bedoeld om het werk van de operator te vergemakkelijken;
het is zijn verantwoordelijkheid om te controleren of de berekeningsmethode (zie ) correct is. 6.6.5.3) ges-
chikt is voor het specifieke geval van elke klant.
In sommige gevallen, na een meting zonder maskering, ziet de operator de noodzaak voor een tweede test, door het
maskeren van de frequenties waar er mogelijk een transcraniële overdracht was (ghost curves). Er is een automatische
module voor het berekenen van de maskering ontwikkeld om operators te helpen een geschikte contralaterale maskering
te berekenen voor frequenties tussen 250 en 8000 Hz, op basis van een eerdere test die zonder maskering is uitgevoerd.
Bij het selecteren van een meting in de "Historiek" (1) die de lucht- en bottests bevat, verschijnt een tabel met sug-
gesties voor het te gebruiken maskerdifferentieel (3). Tegelijkertijd wordt de "Auto Mode" beschikbaar als maskeerre-
geling (2). Hiermee kan automatisch het maskerdifferentieel worden toegepast dat in de tabel (3) wordt voorgesteld,
afhankelijk van de kant (rechts of links), de stimulus (lucht, bot of spraak) en de frequentie.
De maskering in 'Auto-modus' wordt berekend door het differentieel toe te passen op het verzonden stimulatiever-
mogen. Het varieert dus met elke verandering in stimulatievermogen, tenzij het de limiet bereikt die is ingesteld door de
operator of de limiet van het uitgangsvermogen van de stimulator. Maskeren kan continu worden geactiveerd (door het
vakje "continu maskeren" te selecteren) of tegelijkertijd met de stimulatie. Als het niet nodig is of als het niet kan worden
berekend, wordt het niveau ingesteld op -30 dB (geen maskering).
De maskering voor botaudiometrie wordt alleen berekend voor de "historische" frequenties die door luchtgeleiding
(AC) en beengeleiding (BC) in beide oren worden getest. Voor AC-audiometrie wordt dezelfde regel gebruikt, behalve
voor de frequenties 6 en 8 kHz. Voor deze frequenties is BC-audiometrie niet verplicht voor de berekening van AC-
maskering. Voor spraakaudiometrie ten slotte zijn de AC- en BC-drempels van beide oren voor ten minste één frequentie
(tussen 500 Hz en 2 kHz) vereist. De berekening van het toegepaste verschil wordt uitgevoerd zoals beschreven in het
hoofdstuk . 6.6.5.3.
ELIOS
Gebruikershandleiding
ECH001XN115-A5 NL- 2024/01
6.6 A udiometrie
153