Metingen op ECHOSOFT
6.2 ASSR
Zie onderafdeling
3.4
voor de nodige instructies over de benodigde apparatuur en de opstelling.
Het meetvenster ziet er als volgt uit:
1. Specifieke instellingen voor de meting (zie 6.2.2)
2. Toon impedanties, aangesloten stimulator en afstotingspercentage (zie 6.2.1).
3. Informatie over intensiteiten en frequenties tijdens het meten, drempelinstelling voor achtergrondruis en verwer-
pingsopties
(zie
6.2.3)
4. Alle meetsessies weergeven
6.2.1 Impedanties controleren
Dit paneel wordt gebruikt om de impedanties te regelen.
De impedantiewaarden moeten zo klein en gebalan-
ceerd mogelijk zijn om de kwaliteit van de meting te
garanderen.
Als de minwaarde groter is dan 7kΩ, veeg dan het voorhoofd van de patiënt opnieuw af en breng nieuwe
elektroden aan.
Als een van de
mastoïd zijn geplaatst goed vastzitten, maak ze indien nodig opnieuw schoon en breng een nieuwe elek-
trode aan.
Als de waarden voor Links,
elektrofysiologiekabel goed zijn aangesloten en of de "patiëntreferentie"-elektrode goed is aangesloten.
Als deze waarden minder zijn dan 10kΩ maar wel in balans (afwijking <±2kΩ), is de meting mogelijk,
maar kunnen de resultaten slechter zijn.
ELIOS
Gebruikershandleiding
ECH001XN115-A5 NL- 2024/01
(zie
6.2.4)
linker-
of rechterwaarden groter is dan 7kΩ, controleer dan of de elektroden die op het
Rechts
en Minus groter zijn dan 7kΩ, controleer dan of de klemmen en de
6.2 ASSR
127