4. Afdrukken
1.
Open een document om op de computer af te drukken en klik op [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
2.
Selecteer de printer die u gebruikt bij "Printer:".
3.
Geef het papierformaat, de afdrukrichting en andere instellingen op.
• Kopieën: Hier kunt u het aantal kopieën invoeren.
• Papierformaat: Selecteer hier het formaat van het af te drukken document.
• Afdrukrichting: Geef hier de afdrukrichting van het document op. Selecteer staand of liggend.
4.
Selecteer een categorie in het pop-upmenu en geef de papierlade en het papiertype op.
Papierinvoer
• Alle pagina's van: Selecteer hier de papierlade die het papier bevat dat u wilt
gebruiken. Als u [Autom. selecteren] selecteert, wordt er automatisch een geschikte
papierlade geselecteerd aan de hand van het opgegeven papierformaat en -type.
Wanneer het papier van het opgegeven formaat niet in het apparaat is geplaatst, wordt
het afdrukken uitgevoerd volgens de instellingen van het apparaat.
140