1. Snel aan de slag
Log altijd uit als u klaar bent met het gebruik van het apparaat om te voorkomen dat een onbevoegd
persoon het apparaat gebruikt.
Wanneer een gebruiker is ingelogd, wordt de naam van de gebruiker weergegeven in het
systeembericht.
• Als het apparaat gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt, wordt de gebruiker
automatisch uitgelogd (Automatisch uitloggen). De standaardinstelling voor Automatisch uitloggen
is 3 minuten. De periode van Automatisch uitloggen kan worden gewijzigd met [Autom. Timer log-
out] in [Systeeminstellingen] of de instelling Automatisch uitloggen kan worden uitgeschakeld.
• Zie "Tijdsinstellingen", Gebruikershandleiding (volledige versie).
• Vraag de beheerder om een gebruikersnaam, wachtwoord om in te loggen en
gebruikerswachtwoord.
Inloggen door de gebruikersnaam en het wachtwoord in te voeren
Voer de inloggegevens in met behulp van het toetsenbord op het bedieningspaneel.
1.
Druk op [Inloggen] rechts bovenaan het scherm.
2.
Druk op [Gebruikersnaam].
3.
Voer de gebruikersnaam voor inloggen in en klik vervolgens op [Gereed].
4.
Druk op [Wachtwoord].
5.
Voer het wachtwoord voor inloggen in en druk op [Gereed].
68
DZC190
DZC191