4.
Breng de interfacekaart volledig op zijn plaats.
Ga na of de interfacekaart goed bevestigd is aan de controllerkaart.
5.
Draai de twee schroeven vast om de interfacekaart vast te zetten.
6.
Verbind de apparaatserveroptie met het apparaat.
Raadpleeg de Installatiehandleiding geleverd bij de apparaatserveroptie voor meer
informatie.
Instellingen configureren
Nadat u de apparaatserveroptie heeft geïnstalleerd en aangesloten, dient u de
apparaatinstellingen te configureren.
• Wanneer u de apparaatserveroptie gebruikt, stelt u [En.sp.stnd om afdr.server uit te schak.] in op
[Modus uitschakelen] om te voorkomen dat het apparaat in de energiespaarstand gaat. Anders
zal de apparaatserveroptie de communicatie met het netwerk verliezen als het apparaat in de
energiespaarstand staat en kan het apparaat geen afdruktaken ontvangen.
De apparaatserveroptie installeren
EAT222
EAT223
33